Boek 1
Jezus
O zon! Schitterend licht! Kip legt haneëi!
Kind wordt geboren! Zoon, broer, oom, kleinkind, vader, opa...
Zo schoon in de wieg dat zijn broertjes en zusjes het sprookje van de baby's brengende ooievaar kunnen geloven, noemen zijn ouders hem Jezus.
Na elke paar uur beweging in het heelal moet het kind voedsel innemen; in tijd verteert hij bergen. Zonder stop gaan stromen eetwaar door Jezus' lichaam dat gulzig van deze draad eet: een groeiende spin die tegelijk een web oprolt, en een weeft.
Als in het donker aandacht op éen kern is gericht, en plotseling komt licht zo veel voorwerpen beschijnen...
Met open ogen licht is zo fel...
...soms opeens begint de baby te krijsen omdat hij terug verlangt naar die aangenamere toestand van vóor zijn moeders buik hem ving.
...een kleuterblik flitst verwonderd rond. Groot vuur, in de nacht geweldige vulkaan ontploffingen,