Beschryvinge van de Kaap der Goede Hoope. Deel I
(1971)–François Valentijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 186]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Derde hoofdstukVan de Vrylieden. Constantia. Middelen van bestaan voor de Borgers hier. Lasten der zelve. Hunne Borger-Regenten, en hoe veel Vaandels zy hier uitmaaken. Ongemakken hier. Kinderpokjens voor 't jaar 1713 hier noit bekent.
Van de Vrylieden. Na dat wy 't voornaamste, dat 'er van de Compagnies Dienaars hier te zeggen valt, aangemerkt hebben, zal het nu tyd worden, om van de Vrylieden, of van de Borgers, en Landbouwers, die zich van tyd tot tyd hier nedergezet hebben, te spreken. Deze waren in 't jaar 1711 ontrent 550, die ten deelen hier, ten deelen aan Stellenbosch, ten deelen aan Draakestein, of in Hottentots-Holland, en nog verder, woonen. Toen deze lieden hier eerst quamen, waren zy meest alle arm en naakt, en in die eerste, en zelf nog al in de laater tyden (dat my nog zeer wel heugt, die van die soort 'er gekent heb) kreeg zulk een boer, of ook wel een Fransche vlugteling (die 'er zedert 't jaar 1684Ga naar voetnoot1. veel quamen, en nog meest aan Draakestein geplaatst zyn) 60 Mergen land, benevens 2 stel ossen (yder van 6 stuks) een wagen, ploeg, zaad, en alles, dat tot den landbouw verder vereischt wiert; en dit alles by lening, dat hy, na verloop van 3 of 4 jaaren, tegen inkoops prys, by paaijen aflei, en dan was alles 't zyne, zonder dat hy te dier tyd nog eenige lasten behoefde te dragen, of iets aan den Landheer te geven. Deze zyn metter tyd vry vermogende geworden, en de meesten hebben naderhand zeer schoone steene huizen by hunne landeryen gebouwt, die zy, of hunne nazaaten, nu als heerlyke hofsteden bezitten, dat plaatzen van groote waarde, gelyk veelen onder hen metter tyd lieden van groot vermogen geworden zyn. Den Borgerraad Henning Husing, dien men zegt, dat in 't eerst maar een verken- of schaapenhoeder geweest is, heb ik als een man gekent, die verscheide zulke hofsteden, doch een byzonder fraaje Meirlust genaamt, en niet alleen verscheide treffelyke huizen, maar ook een hoofdsomme van 100 000 RyksdaaldersGa naar voetnoot2. bezeten heeft. Den Borgerraad Guilliam Heems, die in 't jaar 1680 hier arm met zyn | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 187]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Chapter threeOf the Freemen. Constantia. Means of livelihood of the Burghers here. Their Taxes. Their Burgher-Officers and how many Squadrons they comprise here. Inconveniences here. Smallpox unknown here before 1713.
Now that we have noted the principal points to be said regarding the Company's Servants, it is now time to speak of the Freemen, or the burghers and farmers who have settled here from time to time. These in the year 1711 were about 550, living here, at Stellenbosch, at Draakestein or in Hottentots-Holland and even further away. When these folk first arrived here they were nearly all poor and naked, and in the earliest days, and even later (as I well remember, having known some of them) such a farmer, or even a French refugee (of whom many came after 1684 and were mostly settled at Draakestein) was given 60 mergen of land, together with 2 yoke of oxen (each of 6 beasts), a cart, a plough, seed, and all that was further necessary to agriculture; and all this as a loan, to be repaid at cost-price within 3 or 4 years and then all to be his property, without having to pay any taxes until or give anything to the Government. They have indeed become pretty well-to-do as the time passed, and most have later built fine brick houses on their lands, which they, or their heirs, now own as noble farmsteads, which have become estates of great value, and thus many of them have now become very rich. The Town-Councillor Henning Husing, who is said to have been at first only a pig-keeper or shepherd, I knew as the owner of several such farmsteads including one especially fine one called Meirlust, and in addition to various good houses also a capital of 100 000 Rxd. The Town-Councillor Guilliam Heems, who came out as a poor man in 1680 with his wife; the Botmas, Meerland (of whose widow it was said that she derived fully 100 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vrouw quam, de Botma's, Meerland (diens weduwe den naam had, dat zy wel 100 leggers wyn van haar land trok) en meer anderen, die ik gekent heb, hebben in korte jaaren door naarstigheid veel geld byeen gezamelt. Jegenwoordig is 'er geen Borger van eenig vermogen, die zulk een hofstede niet bezit, die na haare groote, en na de vrugten, die zy uitleveren, veel of weinig gelden; doch vooral gelden de koornlanden veel. Daar zyn plaatzen van 4000, 5000, 10 000, ja van 20 000 Kaapze guldens, yder tot 16 stuiv.Ga naar voetnoot3. gerekent. Deze landeryen nu hebben zommigen met wynstokken, anderen weer met koorn, doch zommigen die met beide beplant. Daar zyn 'er, die 100 000 wynstokken (op een stuk lands van 30 MergenGa naar voetnoot4.) en anderen, die 'er 200 000 op hun land hebben, welkers druiven zy in Februari, of daar ontrent, perszen, waar toe zy hun pershuis en hun wynpers hebben, werpende doorgaans de rypste druiven eerst in een kuip op een, welke onder en ter zyden wel een span hoog met gaten is, en in een andere kuip staat, die door haare overrypheid dan de voorloop, of voordrup, het heerlykste en als de bloem des wyns, van zelfs, door dien zy malkanderen perszen, afgeven, dat dan met een kraan byzonder uit die onderste kuip afgetapt wort. Daar na treed een slaave de druiven, dat mede schoonen wyn geeft, en eindelyk worden die schillen in een wynpers te zamengeworpen, en overgeperst, daar dan nog ongeloofelyk veel wyn van komt. Dit geeft een groot licht aan verscheide plaatzen in Gods Woord: want de voorloop, zoo even by ons beschreven, is die wyn, van welkers te ruimen genot zommige spotters de Apostelen op den dag van 't Pinxterfeest Actor: 2:13Ga naar voetnoot5. beschuldigden, als zy zeiden: Zy zyn vol zoeten wyns. Het tweede, te weten, het treden van de druif, geeft licht aan de spreekwyze, die wy Jes: 63:3 vinden; daar de Messias zegt: Ik hebbe de persze alleen getreden. Deze getreden en geperste wyn wert op een ledige legger gegooten, die dan, vol zynde, na de kragte der druiven en na de hitte der lugt, 1, 2, 3, of meer uuren staat, eer hy werkt; doch na dat het 'er aangeraakt is, pruist het geel zap 'er wel een dag lang boven uit. Dan laat men dien legger 5 of 6 dagen, maar met de sponsGa naar voetnoot6. los 'er op, leggen, alzoo die nog al van binnen werkt, en dan steekt men hem op een gelugten legger, en daar na nog eens op een anderen over, en dan doet men 'er bereidzel, of de swambalg van de steur, op, om hem te klaaren. Het wonderlykste, dat my by 't perszen dezer druiven voorquam, is, dat de wyn hier zoo schraal, en van zulken wonderlyken slegten en viezen landsmaak is, dat al het zoete van de druif 'er uit schynt vervlogen, en 'er uitgeteert, of uitgewerkt te zyn, en zoo is de meeste Kaapze wyn; dat zommigen daar van oordeelen voort te komen, om dat men dien wyn, die van de geperste | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
leggers of wine from her property) and others whom I have known - these have amassed much money in a few years by their diligence. Today there is no burgher of any standing who does not own such a farmstead, yielding more or less money according to its size, especially from its cornfields. There are estates worth 4000,5000,10 000 and even 20 000 Cape guilders of 16 stivers. Some have planted such properties with vines, some with corn, but some with both. There are some who have 100 000 vines (on an area of 30 mergen), and others who have 200 000 on their estates, of which they press the grapes in February or thereabouts, having their own pressing-house and wine-press. As a rule the ripest grapes are first gathered into a tub, which has holes at the bottom and at the sides for fully a span high and stands in another tub. These grapes, because of their over-ripeness and by the weight of one on another, of their own accord produce the first runnings or first drippings, the noblest and as if the flower of the wine, which is then drawn off from the outer tub by a spigot. After this a slave treads the grapes, which again yield a lovely wine, and finally the skins are thrown together into the press, and again pressed, yielding again unbelievably much wine. This throws a great light on various passages in God's Word, since the ‘first running’ is the wine that some mockers accused the Apostles of having enjoyed too freely, when they said, They are full of sweet wine (Acts II 13); and the second, the treading of the grapes, explains the words which we find in Isaiah LXIII 3, where the Messiah says, I have trodden the winepress alone. This trodden and pressed wine is poured into an empty cask, which when filled stands for 1, 2, 3 or more hours before it ferments, according to the strength of the grapes and the warmth of the air; but when this has begun the yellow juice foams out from the top for fully a day. Then this cask is let stand for 5 or 6 days, with a loosely fitted bung, since the must continues to ferment in the cask; and then it is racked into an aerated cask, and then once more into another, and then a fining-material made from the air-bladder of the sturgeon is added, to clarify it. The thing which most surprised me regarding the pressing is, that the wine here is so thin, and has such an astonishingly bad, earthy taste, so that all the sweetness of the grape seems to have vanished, and wasted away or | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schillen komt, by den anderen mengt (om 'er 't meeste geld af te maaken) maar zoo dat de reden was, zou men dien smaak konnen voorkomen, dat ik niet geloove yemant mogelyk, maar aan den aard van die druif eigen te zyn, en de zoetste druiven geven doorgaans de slegtste wynen, daar in tegendeel de wrangste druiven de beste wynen uitleveren. Ook ontdekt men dien zelven smaak, doch zoo sterk, en in 't eerste jaar niet, aan dien voortreffelyken rooden wyn van Constantia, die het eerste jaar zuiver, lekker, en zeer aangenaam smaakt, maar in 't tweede jaar al mede een landsmaak begint te krygen. Ik heb egter wynen, hier geperst, en wel van die, de welke de Heer Willem Adriaan van der Stel deed perszen, geproeft, die voor zeer schoone Fransche wynen niet behoefden te wyken, en niet den minsten landsmaak hadden. Ook had zyn Ed. den naam, dat niemant aan de Kaap zyne wynen zoo wel, als zyn Ed., wist te behandelen. Doorgaans moest een legger van de Kaapze wynen in 't jaar 1706, en ook 1714, veertig, doch de roode wyn van Constantia 80 Ryksd. de legger van 400 kannenGa naar voetnoot7. gelden, wanneer zy die aan vreemdelingen verkoopen; maar de Compagnie neemt ze (als zy die van nooden heeft) niet hooger, dan tegen 25 Ryksd. de legger, van de borgers aan; en als 'er geen wynen of graanen van Batavia geeischt worden, of als hen belet wort, die aan de vlootsvrienden te leveren, staan 'er deze Vrylieden elendig toe te kyken. Het verkoopen van hunne wynen op deze wyze is een van de voornaamste middelen, waar door zy bestaan; waar uit nog een ander middel van ernering spruit, te weten, de magt om die wynen in 't byzonder te verkoopen, en aan deze of gene voor geld uit te schenken, dat alleen aan zekere Pachters geoorloft is, die dan aan herbergiers, ofte aan andere lieden, toestaan wynen te verkoopen. Van 't jaar 1690 tot 't jaar 1695 had Cornelius BotmaGa naar voetnoot8. deze pagt voor 4 000 Kaapze guld., en in 't jaar 1714 wiert 'er 39 950 guld. voor betaalt, een blyk, hoe zeer de wynoegst zedert gevordert is. Onder de voorname leveranciers van wynen moest men te dier tyd den Heer Henning Husing rekenen, die op zyn fraaje plaats Meirlust wel 100 000 wynstokken staan had, en verder de weduwe van Meerland,Ga naar voetnoot9. naderhand | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
become exhausted, and most of the Cape wine is like this. Some consider that this is due to the fact that the wine pressed from the skins is mixed with the rest (so as to make more money); but if this were the cause, this taste could be avoided; and this I do not believe possible, but rather that it is a quality of the species of grape. Also the sweetest grapes give as a rule the worst wines, and on the contrary the sourest ones give the best wines. This same taste is found, though not so strong and not during the first year, in that excellent red Constantia wine, which in its first year has a clean, pleasing and very agreeable taste, but already in the second year begins to get the earthy taste. I have however tasted wines pressed here, and especially those pressed by Heer Willem Adriaan van der Stel which did not need to yield place to very lovely French wines, and had not the least of such earthy taste. Also of H.E. it was said, that no one at the Cape knew how to handle his wines as well as he. In 1706, and again in 1714, a legger of Cape wine was worth forty Rxd., but of the red Constantia wine 80, for the legger of 400 cans, when sold to foreigners; but the Company takes them from the freemen, when needed, at not more than 25 Rxd. the legger; and if no wines or grains are ordered by Batavia, or if they are hindered from delivering them to our friends of the fleets, these freemen are left to look on unhappily, since the sale of their wine is one of their chief sources of livelihood. From it comes also another means of support, namely the right to sell the wines by retail and to serve them to customers on payment, which is allowed only to certain monopoly-farmers who then in turn allow inn-keepers and others to sell the wine. From 1690 to 1695 Cornelis Botma rented this farm for 4 000 Cape gld., but in 1714 it was sold for 39 950 gld., a proof of the great increase in the wineharvest between these dates. Heer Henning Husing, who had fully 100 000 vines on his fine estate of Meirlust, must be reckoned among the principal suppliers of wine; as also the widow van Meerland, later remarried to Heer Swellengrebel who | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
met de Heer Swellengrebel,Ga naar voetnoot10. die in 't jaar 1716 Vryman wiert, getrouwt; den Borgerraad Henrik Donker,Ga naar voetnoot11. die een schoone plaats tegen de kloove van den Leeuwenberg had, die hem van 24 000 wynstokken 40 leggers gaf, maar voor al den ouden Heer van der Stel, by de overgave van 't Gouvernement aan zyn zoon in 't jaar 1699 Vryman geworden; die de schoonste en grootste plaats van alle de Kaapze Vrylieden bezat.
Constantia. Deze plaats, Constantia genaamt, en O aan ter zyde den Tafelberg by de Steenbergen, 3 mylen van 't Kasteel, en naast aan den Boschheuvel gelegen, is door zyn Ed., toen hy nog Gouverneur was, op een gift, zyn Ed. door de Heer van Rheede den 13 Juli 1685Ga naar voetnoot12. gedaan, zedert 't jaar 1692 aangelegt, en het land aan de Steenbergen, daar toe behoorende, wiert op 1 000, andere zeggen 891 Mergen 380 roeden en 5 voeten, geschat. Zyn Ed. gaf deze plaats dien naam na zyn Gemaalinne,Ga naar voetnoot13. om, schoon zy te Amsterdam bleef, toen hy herwaarts vertrok, hier by te meer aan haar Ed. te gedenken. Dit is een ongemeen heerlyk beplante plaats, op welke men al het keurlykste heeft, dat aan de Kaap te vinden is, en waar op veel boeren zouden konnen bestaan.Ga naar voetnoot14. Zoo als men aan de zelve komt, heeft men voor het vorstelyk huis, een groot plein, waar op zich 7 of 8 schoone wandel-laanen van eikenboomen fraai wyt van den anderen, ontrent 200 treden verre in de lengte tot aan dit huis vertoonen. Dan heeft men daar een zeer fraaje wooning met 2 verdiepingen,Ga naar voetnoot15. waar in zich, na dat men 'er met 2 of 3 trappen opgegaan is, een groote schoone voorzaal opdoet, die zeer net met witte marmere en ook zulke roode of byna als Sweedze steenen, en in 't midden met een groote vyfhoek (verbeeldende het Kasteel aan de Kaap) belegt is. Deze steenen vallen hier in een plaats ontrent de Steenbergen, 't Princenkasteel genaamt, zynde een diep hol,Ga naar voetnoot16. waar uit dit marmerGa naar voetnoot17. gehaalt, en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
became a freeman in 1716; the Town Councillor Henrik Donker who had a lovely estate near the defile of the Lion Hill which gave him 40 leggers from his 24 000 vines; but above all the old Heer van der Stel, who became a freeman in 1699 when he handed over the Governorship to his son, and owned the loveliest and largest estate of all the freemen at the Cape. This property, called Constantia, lies to the E on the side of the Table Mountain, near the Steenbergen, 3 miles from the Castle and near the Boschheuvel. It was given to H.E. when he was still Governor by a deed from Heer van Rheede on July the 13th, 1685, and laid out from 1692 onwards: the land near the Steenbergen belonging to it is reckoned at 1 000 mergen, or some say 891 mergen, 380 roods and 5 feet. H.E. gave it the name of his wife, to remember her the better although she remained in Amsterdam when he journeyed hither. It is an exceptionally well-planned estate, on which grows all the choicest wine to be found at the Cape, and where many farmers could support themselves When one arrives there a large flat is seen in front of the house, on which are 7 or 8 lovely avenues of oak-trees nicely separated from one another and stretching for about 200 paces to the house. Then one finds a very fine house of 2 stories, and after ascending 2 or 3 steps enters a large and lovely front hall, paved very neatly with white marble and a red stone almost | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maar gepolyst wort; waar ontrent ook nog een ander hol is, Nero's hol genaamt. Aan wederzyden van die voorzaal, die na myne gissing wel in de 30 voeten vierkant is, heeft men een schoone binnenzaal, die ontrent 25 of 26 voeten vierkant, en welke al mede zeer cierlyk en met dierbare marmere steenen bevloert is. Wanneer men uit die groote zaal regt uit gaat, komt men in een groote lugte galdery, die 4 of 5 treden breedt, en ontrent zoo lang is, als 't huis zich van vooren vertoont, daar het in de 80 voeten breedt is. Deze galdery, die van een mooje hooge verdieping, en na de buitenkant, van 't huis af, open is, heeft aan wederzyden een zeer lange vleugel, of nog twee andere galderyen, half zoo lang als die groote, in yder van welke men eenige deuren, van welke egter de 2 laatste maar looze deuren, gelyk de andere deuren van zoo veel zeer nette en cierlyk gemeubileerde vertrekken zyn, hoedanige 'er onder en boven zich 18 opdoen, die alle zoo fraai zyn, dat men ze niet fraaier zou konnen maaken. Uit de bovenvertrekkenGa naar voetnoot18. en vensters ziet men op de Hoeve en fraaje lustplaats van de Heer Oortmans,Ga naar voetnoot19. en op de Buffelvaley,Ga naar voetnoot20. mitsgaders op de plaats van de Heer Bouman.Ga naar voetnoot21. Uit de groote zaal de galdery over, en zoo regt uit gaande, komt men op een bordes, en daar na daalt men met een zeer breeden trap van 13 of 14 treden, in 't vierkant met zeer hooge muuren bezet, na beneden, alwaar men door een groote steene poort, waar by 't huis afgesloten wort, buiten 't huis gaat, en op een agterplein komt, dat mede met verscheide schoone eikenlaanen en andere dreven beplant, en alwaar ter linkerhand het huis van den Thuinier, of opziender van deze wooning, is. Van daar gaat men ter linkerhand op na een uitnement groot en schoon steenen pershuis, daar ik niet in geweest ben, om dat ik niet genegen was den groten Hensbeker,Ga naar voetnoot22. die men, by zyn eerste komst aldaar uitdrinken moet, bescheid te doen. Van daar doet zich dan 't land verder in zyne bepootingGa naar voetnoot23. op, met alles wat weergadeloos van zeltzaame boomen, keurlyke wynstokken, en verdere gewasschen, planten, en heesters is. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
like the stone from Sweden, with in the centre a large pentagon to represent the Castle at the Cape: this stone is found here at a place neer the Steenbergen called the Princenkasteel, being a deep quarry from which it is obtained and needs only polishing. Near by is also another quarry, called Nero's Hol. On each side of the front hall, which at my guess is fully 30 feet square, there is a lovely inner hall, about 25 or 26 feet square, also paved very ornamentally with costly marble. When one goes directly out of the large hall one enters a large and airy gallery, 4 or 5 paces wide and about as long as the front of the house, or 80 feet. This gallery is of a single handsome story, open on the outer side away from the house, and has at each side a very long wing, or indeed two further galleries half as long as the principal one. In each of these are various doors, of which however the last two are false, though made like the other doors which enter the same number of very neat and ornamentally furnished rooms, of which there are 18 below and above, all so fine that they could not be made finer. From the upper rooms and windows the farmstead and fine pleasureestate of Heer Ortmans is visible, and the Buffelvaley, as also the property of Heer Bouman. Going out from the great hall across the gallery and then straight on, one reaches a terrace, and from this descends by a very wide stairway of 13 or 14 treads, set squarely with very high walls, and so leaves the house by a wide stone gateway by which it is shut off. There one reaches a flat space at the back, also planted with lovely avenues of oaks and other trees, with to the left the house of the Gardener or Overseer of this place. From there one goes up to the left to an outstandingly large and lovely pressing-house, where I did not go, since I was not inclined to drink out the large goblet, as everyone must do on his first visit there. From there the further cultivation of the estate continues to be seen, with everything incomparable as to rare trees, choice vines, and other plants, herbs and shrubs. Here alone is found the choice blue grape which produces the lovely red Constantia wine (for which 80 Rxd. is paid the legger, and which need not yield place in strength and charm to the best red Persian wine or to the Italian Lachryma Christi); and in addition this estate has also an [sic] exceptionally good, in fact the best Steenwyn and Kristalwyn, so | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hier valt alleen die keurlyke blaauwe druif, die den schoonen rooden Constantia-wyn (voor welken men 80 Ryksd. de legger betaalt, en die in sterkte en liefelykheid voor den besten rooden Perziaanschen wyn, en voor de lachryma Christi in Italien niet behoeft te wyken) behalven dat deze plaats ook een ongemeenen goeden, ja den besten steen- en kristalwyn, zoo keurlyk en ryzende van smaak heeft, dat het een goede en fyne tong zou moeten wezen, die den zelven van schoonen Tossaanwyn zou weten te onderscheiden. Hier vallen ook in 't gemeen de schoonste en uitgezogtste vrugten van de Kaap, van welke ik daarom te beter oordeelen kan, om dat ik hier in 't jaar 1705Ga naar voetnoot24. op den verjaardag van den ouden Heer van der Stel den 14den October, en 1714Ga naar voetnoot25. nog eens door den Heer Gezaghebber Helot,Ga naar voetnoot26. en de huisvrouw van den Heer François van der Stel,Ga naar voetnoot27. princelyk met visch, vleesch, wildbraad, en vooral met weergadelooze groote en lekkere vrugten, yder in zyn soort, nevens een zeer groot gezelschap onthaalt ben. De Heer Gezaghebber bragt 'er Juffrouw van der Stel, den Heer Zeevoogt der retourvloot,Ga naar voetnoot28. Antoni Valkenier,Ga naar voetnoot29. en my, in zyn koets met 6 paarden (de eenige, die men aan de Kaap, en voor welke men, om de zandige wegen, zoo veel paarden wel van nooden heeft) na toe, en de verdre Heeren volgden met andere rytuigen, of te paard, kort daar na. Door dit land loopt ook met een kromme weg de zoute rivier, gelyk ook verscheide kleine vlieten, en beekjens (hoewel men de zelve voornamelyk by 't land van Meyboom,Ga naar voetnoot30. Cornelius Botma,Ga naar voetnoot31. Pieter van der Poel,Ga naar voetnoot32. en David HeufkenGa naar voetnoot33. heeft, daar fraaje bronnen, gelyk 'er ook aan 't ronde bosje zyn) doch de zoute rivierGa naar voetnoot34. staat daar zomers geheel stil, door de menigte van 't zand, dat 'er door de ZO wind in, doch 't geen 'er 's winters en in de regenmoesson weer geheel uitraakt, wanneer de NW wind begint door te blaazen. Hoe heerlyk nu de plaats ook aangelegt is, geloof ik niet,Ga naar voetnoot35. dat de inkomsten, hoe groot ook die zyn mogen, de kosten daar aan gedaan, konnen goed maaken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
choice and enticing in taste, that only a truly fine palate could distinguish it from the best Tossa wine. Here also are in general the loveliest and choicest fruits of the Cape, of which I can judge the better in that I was lavishly entertained here with a very large party in 1705, on the birthday of the older Heer van der Stel on October 14th, and again in 1714 by the Administrator Helot and the wife of Heer François van der Stel, with fish, meat, game, and especially with large and tasty fruits, each unequalled of its kind. The Administrator took Madame van der Stel thither, with the Admiral of the return-fleet Antoni Valkenier and myself, in his 6-horse coach (the only sort that is used at the Cape, and for which one needs fully so many horses because of the sandy roads), and the other guests followed soon after in other conveyances or by horse. The Salt River runs crookedly through this region, as do also various small streams and brooks (though these are principally in the lands of Meyboom, Cornelis Botma, Pieter van der Poel and David Heufken, where there are good springs, as also at the Rondebosje); but in Summer the Salt River entirely ceases to flow because of the quantity of sand blown in by the SE wind, although in Winter and the rainy season, when the NW wind begins to blow, it again reaches the sea. I do not believe, seeing how finely this estate is laid out, that the revenue | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik vont ze de laatste maal, dat ik de zelve zag, zoo ongemeen fraai, dat ik my toen geenzins verwonderde, hoe die oude Heer zich daar zoo lang in die eenzaamheid (hoewel hy altyd meest vrienden by zich had, die hy zeer nobel onthaalde) had konnen onthouden Dit nu is de grootste en fraaiste buitenplaats, naast Vergelegen, die ik hier kenne; maar buiten de zelve zyn 'er ook ontelbaare andere fraaje wooningen, waar onder men in de Tafelbaay de voornoemde plaats van Donker, die van den Fiscaal Blesius,Ga naar voetnoot36. van Capitein Berg,Ga naar voetnoot37. van den Borgerraad Henrik Bouman,Ga naar voetnoot38. de cierlyke hoewel kleine wooning en thuin van den onderkoopman van Putten,Ga naar voetnoot39. (in 't jaar 1714 door den Cassier VoetGa naar voetnoot40. voor 2 200 Kaapze guld. gekogt) en de heerlyke thuin van eenen Marquart,Ga naar voetnoot41. pas boven of ter zyden de Compagnies thuin, na de kant van de Tafelberg gelegen, die van Pistorius,Ga naar voetnoot42. en zeer veel anderen, die my nu niet te binnen komen, rekenen mag. Buiten de Tafelbaay heeft men, naast 't Ronde bosje, de fraaje plaats van Cornelius Botma, den Bosheuvel, een zeer schoone plaats van Guilliam Heems, Elzenburg, of de Klapmuts, 9 mylen van 't Kasteel, den Heer Elzevier, Tweede persoon hier, toekomende, een ongemeene fraaje en voordeelige wooning, die hem, jaarlyks, gelyk wy bevoorens al gezegtGa naar voetnoot43. hebben, en in 't jaar 1714 nog, wel 3 000 guld. (zoo men zeide) opbragt. De Heer Kalden had een plaats, Zandvliet genaamt,Ga naar voetnoot44. eenige mylen van 't Kasteel, onder Stellenbosch, gelegen, daar de landen meest tot koorn- en weylanden voor 't vee aangelegt waren, voor welke zyn Eerw., in 't jaar 1708 by zyn vertrek, 20 500 Kaapze guld. van Michiel RomondGa naar voetnoot45. bekomen heeft. Ik ben op de zelve geweest, en heb daar, behalven de fraaiheid dezer plaats (die jaarlyks aan koorn, behalven de aanteeling van schaapen, mede zeer veel geld opbragt) twee dingen, waar over ik ontzet was, ontmoet. Het eene is 't graf van den vermaarden Sjeich Joesef (van welken wy onder de zaaken van Java en Macassar breeder sprekenGa naar voetnoot46.) die hier gebannen, overleden, ontrent deze plaats begraven, en met een cierlyke Mohammedaansche tombe, van zeer hoog opgezette steenen, verheerlykt was. Het andere was de ontmoeting van een Hottentot, met welken ik, en de Heer Kalde, zeer lang over Godgeleerde stoffen spraken, waar van ik hier na onder de zaaken van Godsdienst breeder handelen zal.Ga naar voetnoot47. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 199]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
from it, however great it may be, can cover the costs. The last time I saw it I found it so exceptionally fine, that then I was not at all surprised how the old Heer could be able to remain there so long in solitude (although he nearly always had friends there with him, whom he entertained very nobly). This then is the largest and finest country-house, after Vergelegen, that I know of here, but there are in addition innumerable other fine residences, among which may be reckoned at the Table Bay the above-mentioned property of Donker, those of the Fiscaal Blesius, of Captain Berg, of the Town-Councillor Henrik Bouman, the ornamental though small house and garden of Under-Merchant van Putten (bought in 1714 by the Cassier Voet for 2 200 Cape gld.), and the noble garden of a certain Marquart just above or to the side of the Company's Garden towards the Table Mountain, that of Pistorius, and very many others which I do not now recall. Outside the Table Bay, near the Rondebosje is the pretty estate of Cornelis Botma; the Bosheuvel, a very lovely estate owned by Guilliam Heems; Elzenburg or the Klapmuts, 9 miles from the Castle, belonging to Heer Elzevier, the Secunde here, an unusually fine and commodious dwelling, which brings him in, as we have already said and was again the case in 1714, fully 3 000 gld. yearly (it is said). Heer Kalden had a property called Zandvliet, lying a few miles from the Castle below Stellenbosch, where the lands were for the most part used for corn and pasture for the cattle, of which His Reverence, when leaving in 1708, received 20 500 Cape gld. from Michiel Romond. I was there, and noticed, in addition to the fineness of the property (which yearly brings in | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Diergelyk een schoone plaats had de Heer Frans van der Stel ook in Hottentots-Holland, digt by Vergelegen, en pas ter regterhand van 't zelve, zoo als men agter uit de galdery van Vergelegen na de baay van Kaap Falso ziet, behalven welke hy nog een plaats by Riebeeks-kasteel had. De Heer de la Fontaine,Ga naar voetnoot48. Meester Willem ten Damme, Ferdinand Appel, Jacobus van der Heyden, de Heer Capitein van der Lith,Ga naar voetnoot49. en zeer veel anderen, my onbekent, hebben daar, ten tyde dat ik hier laatst was, zeer fraaje hofsteden en buitenplaatzen gehad, die yder van een vreemdeling verdienen gezien te worden. Die van de Heer van der Lith was Koelenhof genaamt, en die van de Heer Muller,Ga naar voetnoot50. in Simons-valey, Zorgvliet, overtrof in cierlykheid alle de anderen. Deze landeryen nu geven niet alleen zeer veel wyn, en andere vrugten, van welke de Borgers bestaan, maar ook zeer veel tarw, rogge, boekweit, en andere graanen, van welke een mudde tarw van 180 of 190 pond by de Compagnie tegen 8½ en een mudde rogge tegen 7½ aangenomen, doch by de Bakkers, en anderen, in 't jaar 1714 't eerste tegen 15, en 't laatste tegen 12 guld. gekogt wiert. Dit is mede een groot middel, waar van de Borgers hier leven; doch haverGa naar voetnoot51. word hier niet gewonnen, en slaagt hier niet wel, om dat zy niet tegen den sterken ZO wind kan, die alles 'er af in stukken slaat. Het laatste, en mede een van de voornaamste middelen van 't bestaan dezer Vrylieden is, het aanteelen van een groot getal schaapen, en ossen, die zy metter tyd voor tabak, arak, of kopere en andere kraalen van de Hottentots ingeruilt hebben. Ik heb 'er onder deze Borgers gekent, die 10 of 20 000, en meer schaapen bezaten, en welke op verscheide veeposten al zeer verre landwaart in verdeelt waren. Onder deze was Henning Husing een der vermogensten, die ook 4 of 5 jaaren aan een de leverantie van 't schaapenvleesch hier tot 't jaar 1706 gehad heeft. Dit is een middel, dat al mede verpacht, gelyk 't verkoopen van 't vleesch door dien Pachter maar aan 3 of 4 slagters vergunt word, buiten welke 'er niemant, dan op een swaare boete, verkoopen mag. De prys van 't schaapen-vleesch, dat hier zeer schoon en vet valt, is niet altyd even eens. In Husings tyd, 1705 koste een pond 20, doch in 't jaar 1714 maar 13 duiten.Ga naar voetnoot52. Deze leverantie aan de E. Compagnie voor de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 201]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
much money from the corn, as also from sheep-breeding), two things that gave me cause for wonder. One was the grave of the renowned Sjeich Joesef (of whom we speak more fully in dealing with Java and Macassar) who was banished here and died near here, and is buried and honoured with an ornamental Moslem tomb, built up very high of stones. The other was the meeting with a Hottentot, with whom I and Heer Kalde talked much of theological matters, of whom I shall deal more fully under the heading of matters of Religion. Heer Frans van der Stel also had another such lovely property in Hottentots-Holland and near Vergelegen, just to the right of this as one looks from the gallery there towards the bay of the False Cape; and in addition he had a property near Riebeeks Castle. Heer de la Fontaine, Meester Willem ten Damme, Ferdinand Appel, Jacobus van der Heyden, Captain van der Lith, and many others unknown to me, had, when I was last there, very fine homesteads and country estates, each worthy of the attention of a stranger. That of Heer van der Lith was called Koelenhof. That of Heer Muller, Zorgvliet in Simons-valey, exceeded all the best for ornament. These estates not only yield much wine and other fruits by which the burghers live, but also very much wheat, rye, buckwheat and other grains, of which a mudde of wheat of 180 to 190 pounds is taken by the Company at 8 gld. and a mudde of rye at 7, but bought by the bakers and others at 15 and 12 gld. respectively, in 1714. This also is an important source of livelihood for the burghers here; but oats are not harvested here, and do not grow well, since they cannot resist the strong SE wind which blows them all to pieces. The last, and also one of the principal means of sustenance of the freemen, is the breeding of great numbers of sheep and oxen, which from time to time they have bartered from the Hottentots for tobacco, arrack, or copper and other beads. I have known some of these burghers who had 10 or 20 000 and more sheep, which were divided up on various stock-farms, some indeed | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 202]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schepen, 't ziekenhuis, en de buitenposten, beloopt in 't jaar wel 20 of 30 000 guld. Deze schaapen worden meest zeer verre van de Kaap, of van 't Fort, en diep landwaard in (daar men schoone weylanden heeft) zoo van hen, als van veel Compagnies Dienaaren, gehouden, onder welke zommigen 4, 5, 8, 10, 15, 16, en meer veeposten hebben, van welke zich eenigen 20, anderen 30, ja wel tot 60 mylen verre van 't Kasteel uitstrekken. Men wil, dat de Heer Willem Adriaan van der Stel wel 15 of 16 zulke buitenposten had, die alle in zekere AttestatieGa naar voetnoot53. in 't jaar 1711 den 12 Maart aan de Kaap gepasseert, aldus by haare naamen genoemt worden: De Botrivier,Ga naar voetnoot54. Rustenburg,Ga naar voetnoot55. de Boontjes-kraal,Ga naar voetnoot56. de Faisanten-kraal,Ga naar voetnoot57. de Warmwaters-kraal,Ga naar voetnoot58. de Swarte rivier,Ga naar voetnoot59. de Sergeants-rivier,Ga naar voetnoot60. de Quartels-rivier,Ga naar voetnoot61. het Ziekenhuis,Ga naar voetnoot62. de Vleermuis,Ga naar voetnoot63. de Hartenbeesten-kraal,Ga naar voetnoot64. de Leeuwen-kraal,Ga naar voetnoot65. de Tygers-hoek,Ga naar voetnoot66. de groote Vlakte,Ga naar voetnoot67. Welgelegen,Ga naar voetnoot68. en Wytgelegen,Ga naar voetnoot69. welke laatste veepost wel 60 mylen van de Kaap, of van 't Kasteel, lag; behalven welke men wil, dat zyn Ed. 'er nog verscheide anderen op 't Robben-eiland, en elders had; gelyk zyn Ed. ook een groot stuk lands nog (zoo men zegt) in Terra di Natal,Ga naar voetnoot70. Beoosten de Kaap, en wel zoo groot als de zeven Provintien der Nederlanden, bezat, waar op ik geloove dat Welgelegen lag; doch dit is opgegeven van zyn vyanden, en verdient dierhalven geen volkomen geloof. Deze schaapen geven niet alleen de winst van 't vleesch, maar de wol (die men hier voor 8, en in Holland weer voor 14 stuivers,Ga naar voetnoot71. en meer, verkogt) en 't zeem, dat men van de huiden hier weet te bereiden, geven mede een | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 203]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
very far inland. Among these Henning Husing was one of the richest, who also had for 4 or 5 years up to 1706 the monopoly for the supply of mutton. This also is a business that is farmed out, as also the sale of meat is granted by the holder to 3 or 4 butchers only, except for whom no one may sell it on pain of heavy fines. The price of mutton, which is here very tasty and fat, does not always remain the same. In 1705, in the time of Husing, one pound cost 30 doits, but in 1714 only 13. The supply of it to the Hon. Company for the ships, the hospital, and the many outposts, runs to fully 20 or 30 000 gld. a year. The sheep are for the most part kept very far from the Cape or the Castle, far inland, by them [the freemen] and by many of the Company's Servants, of whom some have 4, 5, 8, 10, 15, 16 and more posts, of which some are 20, some 30, some even fully 60 miles from the Castle. It is said that Heer Willem Adriaan van der Stel had fully 15 or 16 such posts, all named in a certain Attestation dated at the Cape March the 12th, 1711, as the Bot River, Rustenburg, the Boontjeskraal, the Faisantenkraal, the Warmwater-kraal, the Swarte River, the Sergeants River, the Quartels River, the Ziekenhuis, the Vleermuis, the Hartenbeestenkraal, the Leeuwenkraal, the Tygers Hoek, the Groote Vlakte, Welgelegen and Wytgelegen, which last lay fully 60 miles from the Cape or the Castle; besides which it is said that H.E. also had various others on Robben Island and elsewhere, as also that he owned (it is said) a large tract of land in Terra di Natal, eastwards from the Cape, as large as the seven Provinces of the Netherlands together, on which I believe that Welgelegen lay; but this was asserted by his enemies, and therefore deserves no full credence. The sheep not only give the income from the meat, but also a nice gain from the wool (which is sold here for 8 stivers, but in Holland for 14 and | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 204]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fraaje winst. Zulk een schaap weegt, 50, 60, en ook wel 70 pond schoon. Zommige hebben goede wol;Ga naar voetnoot72. doch eenige hebben maar als geitenhair, ook is 'er een mengelsoort van die beide voortgeteelt, die men zeer pryst. Vermits nu de gemelde en alle andere posten, 't zy der Borgers, 't zy van de Dienaars der E. Maatschappy, al vry verre van de hand af, en dus voor 't gewelt der Hottentots open leggen, is men genoodzaakt geworden, om op verscheide buitenposten ook eenige posthoudersGa naar voetnoot73. te leggen, om dezelve tegen hen te dekken. De naamen daar van zyn deze:
Middelen van bestaan voor den Borger hier. Deze Borgers bestaan byna alle ook verder, met de fatsoenlykste, en geringer lieden, van de schepen en vlooten, daar ten anker komende, in hunne huizen, voor den tyd dat zy daar leggen (dat op 3, 4 of 5 weken gemeenelyk uitloopt) te herbergen, en aan de aanzienelykste driemaal (zoo zy het begeeren) doch aan de gemeene lieden maar eens daags de kost te geven, waar voor hen die eersten een Ryksd. daags (doch een half voor een dienstmaagt, en voor een klein kind) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 205]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
more), and the leather prepared here from the hides. Such a sheep weighs 50, 60, or even fully 70 pounds net. Some have good wool, but some have only a sort of goats'-hair: there is also a cross-breed of the two sorts, which is greatly prized. Since now these and all other posts, whether of the Burghers or of the Servants of the Company, lie pretty far off and thus are exposed to the violence of the Hottentots, it has been necessary to set some garrisons on various outer posts, to defend these from them. The names thereof are:
Almost all the Burghers live also by lodging in their houses the better-class and lesser folk from the ships and fleets that lie at anchor here (generally for 3, 4, or 5 weeks), giving food to the better of them (if they desire it) thrice daily, but to the ordinary folk once only, for which the former pay one Rxd. a day (but half that for a servant-girl or for a small child) and the latter 12 stivers for the one midday meal; and it must be admitted, that for this money they entertain the folk unusually well, serving up continually fresh food very well prepared and in abundance at each meal. In addition they give at table as much small beer and Cape wine as one desires, all of | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 206]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en de laatste voor een enkele middagmaaltyd 12 stuivers betaalen; en men moet bekennen, dat zy de lieden voor dat geld ongemeen wel onthaalen, en yder maaltyd geduurig versche spyze, zeer wel bereid, in overvloed opdisschen, en waar by zy ook klein bier, en zoo veel Kaapze wyn, als men begeert, over tafel geven, al het welk de afgematte en oudbakken lichaamen in korten tyd ongemeen herstelt, en weder nieuwe kragten geeft; doch wil men Hollands bier, of Fransche wyn hebben, die moet men zeer duur buiten betaalen, of anders zich zelven daar van voorzien.Ga naar voetnoot82. Dit brengt voor deze Ingezetenen, ofte Vrylieden, een groote winst op, alzoo hier geduurig schepen, zoo van ons, als van de Engelschen, Franschen, en Deenen, leggen; maar geen minder winst brengt hen de leverantie van levendige schaapen, en andere voorraad voor die schepen, aan, waar voor de Kajuitsgasten doorgaans een goede stuiver onder malkanderen uitleggen; behalven dat de E. Compagnie nog aan yder schip voor 't volk 1, aan den Onderzeevoogt, en Schout by nacht 1½, en aan den ZeevoogtGa naar voetnoot83. der retourvloot 2 leggers Kaapze wyn, nevens eenige andere provisien, medegeeft. Deze voorraad bestaat ('t zy voor de kajuit, 't zy die men daar buiten voor zich zelven mede neemt) in ettelyke half aamenGa naar voetnoot84. ingelegde queen, bloemkool, ordinaire kool, eenige honderd heele koolen (die men op 't half verdekGa naar voetnoot85. ophangt, dat als een schoonen zeethuin geeft) knollen, geele wortelen, karooten, en allerlei boom- en verdere aardvrugten, die duuren konnen, mitsgaders ettelyke mudden tarw, rogge, meel, boontjes, erten, en veel aamen, of halve en heele leggers met Kaapze wyn, voor welke goederen men hen buiten de fust (die hier duur valt, alzoo een legger 6, en ook wel 12 Rders en een half aam 1½ Rders kost) dit navolgende betaalen moet: een half aam ingelegde kool 4, een half aam queen 2 of 3, een schaap 2, en zomtyds 3, en 100 koolen 4 Rders. Ook voorzien zich de scheepsvrienden van veel versche gekaarnde en opgelegde boter, die hier zeer schoon en uit de natuur zeer geel valt, en voor welke landwaart in 12, doch aan 't Kasteel 16 stuiv.Ga naar voetnoot86. 't pond betaalt word. Yder aagten- of andere appel geld 1 stuiv., een poire de bon Chretien 2 stuiv., een pond druiven ook zoo veel. Een pond smeerkaarzen 6, en ook wel 12, een fles zoete melk in 't regenmoesson ook 12 stuiv., en een kan wyn van 10 mutsjensGa naar voetnoot87. plagt op 36 ligte stuiv., zonder accys, te staan; doch in 't jaar 1714 gold de fles maar 16 stuiv. Daar beneven weten zy ook geld van tygers-Ga naar voetnoot88. en luipaards-Ga naar voetnoot89. huiden (die 3, 4, 5, en meer Ryksd., na dat zy fraai zyn, gelden) en van de zeer fraaje vellen van tyger-boschkatten,Ga naar voetnoot90. mitsgaders van de zeltzaame huiden der gestreepte wilde ezels en paarden,Ga naar voetnoot91. die landwaart in vallen, als mede van de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 207]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
which in a short time unusually restores the worn-out and stale bodies and gives them new energy; but if one wishes for Dutch beer or French wine, one must pay very dearly for it, or provide it for oneself. This brings a great profit to these inhabitants or freemen, since there are continually ships lying at anchor, of ours or of the English, French and Danes; but the supply of live sheep and other provisions to the ships brings them no less gain, since the cabin-passengers usually spend a pretty penny between them for these. In addition the Hon. Company gives to each ship for the crew 1 legger of Cape wine, for the Vice-Admiral and Rear-Admiral 1½, and for the Admiral of the return-fleet 2, besides other provisions. Such provisions (whether for the cabin or those which the folk buy for themselves) consist of some half-aams of preserved quinces, cauliflowers, and ordinary cabbages, a few hundred entire cabbages (which are hung up on the half-deck, which serves as a lovely sea-garden), onions, parsnips, carrots, and all kinds of tree- and ground-fruits that keep well, together with a few muids of wheat, rye, flour, beans, peas, and many aams or half and whole leggers of Cape wine. For these wares one pays as follows, in addition to the cask (which are expensive here, since [that of] a legger costs 6 Rxd. or even 12, and of a half-aam 1½): a half-aam of preserved cabbage 4 Rxd., of quinces 2 or 3, a sheep 2 or sometimes 3, 100 cabbages 4 Rxd. The seafarers also provide themselves with much churned and preserved butter, which here is very lovely and of a natural yellow colour, and for which 12 stivers the pound is paid inland, but 16 at the Castle. Each crab-apple or other apple costs 1 stiver, a poire de bon Chretien 2, a pound of grapes the same, a pound of tallow-candles 6 stivers or even 12, a flask of sweet milk in the rainy season also 12. A can of wine of 10 mutsjes costs as a rule 36 light stivers without duty, but in 1714 the flask cost only 16 stivers. Besides this they gain also from tiger- and leopard-skins (which are worth 3, 4, 5 Rxd. and more according to the fineness), the very pretty skins of | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 208]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
struisveederen, en haare eyeren, die hier zeer veel gevonden worden, te maaken. Een groot middel van hun bestaan is ook, dat zy zich van de vlootelingen, die uit Indiën komen, van allerlei Indische waaren, die men bedenken kan; en van die gene, de welke uit Holland, of uit andere gewesten van Europa, komen, en dus van allerlei vaderlandze daar getrokkene waaren voorzien, om de Indische aan die uit Europa, en de Hollandsche waaren aan die gene, die uit Indiën komen, met groote winst te verpassen, alzoo zy die goederen gemeenelyk voor de halve waarde, en nog veel minder, inkoopen, en dezelve aan de vlootelingen, die dan op geen stuiver zien (voor al die uit Indiën komen) weer duur verkoopen. Om daar van een net denkbeeld te geven, heeft men maar te letten, dat men hier voor een fraai Engelsch ledekant, door den Heer van Assenburg mede uit Holland gebragt, en dat hem daar 800 of 1 000 guld. gekost had, na zyn dood by openbaare opveiling maar 25 Ryksd. betaalt, gelyk de Heer Helot een slaghorologie van 400 guld. ook voor 50 Rders gekogt heeft. Veele van deze slegte Borgers en Borgeressen (onder welke laatste ik 'er verscheide in manskleeren, of als verstekelingen, uitgekomen, gekent heb) melken de arme matroozen en soldaaten niet alleen volkomen van alles, dat hen eigen is, uit, maar als 'er penningen te kort komen, moeten daar ook wel veeltyds deze en gene bestélgoederenGa naar voetnoot92. voor springen, dat men egter van de fatsoenelyke Borgers niet denken moet, alzoo men hier, gelyk elders, goede en quaade lieden heeft. Dit nu zyn wel de voornaamste zaaken en middelen, van welke de Vrylieden alhier bestaan, en die veelen van hen, die in 't eerst niets hadden, zommigen in korte jaaren, anderen na verloop van langer tyd, ryk hebben gemaakt; doch zedert deze en gene eerste Dienaaren der E. Maatschappy mede groote stukken van veel Mergen lands bekomen, deGa naar voetnoot93. met wynstokken beplant, en zich ook van veel vee voorzien hebben, is die handel dezer Vrylieden hier door merkelyk gestremt, alzoo die veel leggers van allerley wynen, een groote menigte van lastenGa naar voetnoot94. koorn, en zeer veel schaapen, aan de vlootelingen leverden, terwyl (zoo de Borgers 1705 en 1706 klaagdenGa naar voetnoot95.) hen toen belet wiert, om wynen, en andere goederen, aan 't Kasteel te brengen, of aan de vreemdelingen te leveren, waar mede zy dan, en voor al, als 'er van deze goederen van Batavia geen eisch gedaan wiert, bleven zitten. Hier over hebben zy in 't jaar 1706 den 5den Januari aan de Heeren XVII geklaagt, die, den 30sten October daar aan, den Heer Gouverneur Willem Adriaan van der Stel, den Tweeden persoon, den Heer Elzevier, den Heer Kalden, den Heer François van der Stel, en den Landdrost Starrenburg, behoudens hun fatsoen en soldye, opontboden, en bevél gegeven hebben,Ga naar voetnoot96. dat geen Dienaar der E. Maatschappy (volgens last al van den 26sten April | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tiger-bushcats, the unusual hides of the striped wild asses and horses found inland, and ostrich-feathers and eggs, of which many are found. Another important means to their livelihood is, that they provide themselves from the voyagers coming from the Indies with all sorts of Indian wares imaginable, and from those who come from Holland or other parts of Europe with all sorts of goods brought from there, and pass on with great profit the Indian wares to those coming from Europe and the Dutch wares to those coming from the Indies, since usually they buy in the goods at half their value or even far less, and resell them very dear to the voyagers, who then are not close-fisted (especially those who come from the Indies). To get a neat picture thereof, one need only mention that a fine English bedstead, brought by Heer van Assenburg from Holland, having cost him there 800 or 1 000 gld., was sold after his death for 25 Rxd. at public auction, as also Heer Helot bought for 50 Rxd. a chiming-clock worth 400 gld. Many of the evil Burghers and Burgher-women (among whom I knew various who had come out in male attire as stowaways) milk the poor sailors and soldiers not only of every penny they own, but when cash runs short seize instead on anything else they possess; but this must not be thought of the better-class Burghers, since there are good and evil folk here as elsewhere. Such are then the principal ways and means by which the Freemen live here, and which have enriched many who at first had nothing, some in a few years, others after a long time; but since the time when various senior Servants of the Hon. Company also obtained large estates covering many mergen of land and planted them with vines and stocked them with much cattle, the trading of these Freemen has been markedly hindered, since they [the Servants] have delivered to the voyagers many leggers of all sorts of wines, and a great number of loads of corn, and very many sheep, while the Burghers (as they complained in 1705 and 1706) are hindered in bringing their wine and other goods to the Castle or delivering them to strangers, so that these wares remain on their hands, especially since there is no demand from Batavia for these. They complained as regards this on January the 5th, 1706 to the Lords XVII, who, on October the 30th following, summoned the Governor Willem Adriaan van der Stel, Heer Elzevier the | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1668) eenig land zou mogen bezitten, weshalven zy ook begeerden, dat die genen, die nog eenige landen hadden, zich van de zelve zouden hebben te ontdoen (waar in hen, gelyk wy gezegt hebben,Ga naar voetnoot97. der Fiscaal Blesius, met het verkoopen van zyn schoone plaats, Simons valey genaamt, in 't jaar 1707 voorging) behalven dat hen wel klaar verboden wiert, zich met den handel van koorn, vee, wyn, enz., dat de middelen van bestaan voor de Borgers hier zyn, voortaan te bemoejen, welke zaaken egter in de eerste 7 of 8 jaaren daar na nog zoo grooten vaart niet geloopen hebben, alzoo veel Dienaars in 't jaar 1716 hunne landeryen nog, of zelf, of wel onder hunne Gevolmagtigden, bezaten, gelyk de Borgers toen ook, buiten weten van den Heer Gouverneur Chavonnes,Ga naar voetnoot98. aan den Heer Douglas,Ga naar voetnoot99. Directeur Generaal, en Zeevoogt der retourvloot, daar over geklaagt, en nader ordre tot uitvoering van de bevélen der Heeren XVII verzogt hebben, waar op dan zyn Ed. de Dienaaren, daar nog landeryen hebbende, belast heeft, om de zelve binnen 2 of 3 jaaren ten uiterste te verkoopen.
Lasten der zelve hier. Schoon nu deze Borgers in 't eerst geen lasten plagten te hebben, en geen tienden van hunne inkomsten aan den Landheer, de E. Maatschappy, behoefden te betaalen, zoo is hen dit egter zedert 't jaar 1711Ga naar voetnoot100. door de Heeren XVII opgelegt, en dat in alle billykheid, alzoo 't eens tyd wiert, dat de Landheer, of Overigheid, eenige voordeelen, na zyn zoo lang voor niet uitgeschoten geld trekken zoude. Daar en boven moeten die genen, die landen van eenige waarde hebben (en voor al de Borgerraaden) jaarlyks 11 guld. Leeuwen- en Tygergeld geven, hoedanig ook alle anderen, naar maate van hunne landeryen, 2, 3, 4, 5, 6 en op zyn hoogste 11 guldens betaalen, en van een leeuwGa naar voetnoot101. (voor welke 50 Kaapze guld., gelyk 'er voor een tygerGa naar voetnoot102. 30 dito, en voor een wolf, en tygerwolfGa naar voetnoot103. 9, gegeven wort) betaaltGa naar voetnoot104. de E. Maatschappy de helft, van een wolf ⅓; en 't verdere wort door de Vrylieden voldaan. Zy moeten ook de tiende van Compagnies hooi tot in haare stallen op hun eigen onkosten brengen. Komt hier door een os dood neder te storten, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Secunde, Heer Kalden, Heer François van der Stel, and the Landdrost Starrenburg, without loss of rank or pay, and gave orders, that (in accordance with the orders of April the 26th, 1668) no Servant of the Hon. Company should own any land, and that all who still owned such must get rid of it (the Fiscaal Blesius being the first to comply with this, by the sale of his lovely estate called Simons-valey, as we have said); and further, that they were most definitely forbidden in future to busy themselves with trade in corn, cattle, wine etc. which is the means of livelihood of the Burghers here. However in the first 7 or 8 years after that no great effect had been given to this, since in 1716 many Servants still owned estates, either in their own names or through agents, so that the Burghers then again complained, without the knowledge of Governor Chavonnes, to Heer Douglas, the Director-General and Admiral of the return-fleet, requesting closer attention to the execution of the orders of the Lords XVII, whereat H.E. ordered those Servants who still held properties to sell them within 2 or 3 years at the most. Although the Burghers were at first accustomed to pay no taxes, and did not need to give any tithe of their gains to the Hon. Company as Lord of the Land, in 1711 [sic] such were ordered by the Lords XVII; and this with entire justice, since it was now time, that the Lord of the Land or Government should obtain some advantage for the money spent for so long with no return. Further, those owing lands of some value (and especially the Town Councillors) must pay yearly 11 gld. as Lion- and Tiger-money, and all others, 2, 3, 4, 5, 6 or at most 11 according to the size of their estates; and the reward (which for killing a lion is 50 Cape gld., for a tiger 30, for a wolf or tiger-wolf 9) is paid one half by the Hon. Company for a lion, ⅓ for a wolf, and the remainder by the Freemen. They must also bring the Company's tenth of their hay into its stables at their own costs, and if in so doing an ox falls down or damages itself, or a cart or a wheel is broken, this is all at the expense of the Burghers. Also at | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
of zich te verrekken, of een wagen of rad te breken, dit alles loopt voor rekening der Borgers. Gelyk zy ook nu en dan wel balken, sparren, enz., tot 't maaken van Kerken, en andere openbaare gebouwen, 10 of 12 mylen verre na buiten moeten ryden. Indien zy met brandkoorn geslagen zyn, zoo is de E. Maatschappy, die haare tiende in goed koorn hebben wil, gewoon tot 's jaars daar aan met 't invorderen van haare tienden te wagten. De E. Maatschappy trekt ook van de pachten van 't Gemaal,Ga naar voetnoot105. van de Tabak, Dranken, en 14 of 1 600 guld. van de Koornmoolen-pacht jaarlyks, buiten welke men gist, dat de tiende van de vrugten jaarlyks wel 14 000 guld. opbrengt, waar op men egter, alzoo dat geduurig toegenomen heeft, geen nette staat maaken kan. Ook verhandelt de E. Maatschappy alle jaar hier wel voor 300 000 guld. aan waaren, waar op zy 75 ten honderd,Ga naar voetnoot106. en dus 225 000 guld. wint. Van een os (die hier zeer weinig geslagt, en meest tot trek-ossen voor de wagen, en de ploeg, gebruikt worden) betaalen zy ook 1 schelling,Ga naar voetnoot107. van 100 schaapen 1 guld., in 't jaar, en allen, die in de Tafelbaay woonen, geven ½ Ryksd. klapgeldGa naar voetnoot108. jaarlyks, alzoo men hier ook een klapwaaker heeft. Men heeft hier in 't jaar 1711, en 1714 nog, een brouwer, Willem MensinkGa naar voetnoot109. genaamt, gehad, die hier allerley bieren brouwde, en jaarlyks wegens pacht aan de E. Maatschappy 3 000, en, by schraale koornjaaren, 2 000 guld. gewoon was te betaalen; zynde dit alle de lasten (behalven de pacht der wynen, waar over bevoorens gesproken is) die de Borgers (myns wetens) hier te dragen hebben.
Hunne Borger-Regenten. Uit de voornaamste dezer Borgers worden jaarlyks 2 nieuwe Borgermeesters, by 2 oude, die in dienst blyven, door den Gouverneur en Raad, en uit de zelve doorgaans de 3 Borgerraaden van Justitie, en verder ook 3 leden in de Weeskamer, 3 in de Vergadering van Kleine, en 2 in 't Collegie van Huwelyks-zaaken, gekooren, die gemeenelyk 2 jaaren dienen, en dan door anderen vervangen worden. Landwaart in op Stellen- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
times they must cart beams, rafters etc. over distances of 10 or 12 miles, for the building of churches and other public buildings. If their crop is attacked by smut, the Hon. Company, which wants its tithe in good clean corn, as a rule waits until the following year before claiming its tithe. The Hon. Company profits also from the farming out of milling, and of tobacco and drinks, and gets yearly 14 or 1 600 gld. from the cornmills: It is reckoned that the tithe of the crops brings in fully 14 000 gld. a year, but of this no definite estimate can be made, since it steadily increases. Also the Hon. Company here deals each year in goods to the value of fully 300 000 gld., on which it gains 75 per cent, thus 225 000 gld. For an ox (which are very rarely slaughtered here, and for the most part are used as draught-animals for carts and ploughs) they [the Freemen] pay 1 schelling yearly, for every 100 sheep 1 gld., and all who live at the Table Bay pay ½ Rxd. watch-money a year, since there is a night-watchman there. In 1711 and even 1714 there was a brewer here, by name Willem Mensink, who brewed all sorts of beers, and usually paid the Hon. Company for this monopoly 3 000 gld. a year, or in years of poor corn-harvest 2 000. These are all the taxes (except the monopoly of the wine, of which we have already spoken) which (as far as I know) the Burghers must bear here. From the principal of these Burghers 2 new Burgomeesters are chosen yearly by the Governor and Council, together with 2 of the former ones who remain in service, and from them also are usually chosen the 3 Burgher Councillors of Justice, the 3 of the Orphan-Chamber, 3 of the Council of Minor Cases, and 2 of that of Matrimonial Affairs, who as a rule sit for 2 years and are then replaced by others. Inland there is a Landdrost at Stellenbosch, who sits there as President and with 4 Heemraaden of that colony and 3 from Draakestein makes up a Council of Heemraaden, which may judge cases of up to 150 gld. but not more, and from which appeal lies to the Council of Justice at the Castle. There are 3 large [Burgher] companies at the Castle, 2 of infantry and 1 of cavalry, also the colonies of Stellenbosch and Draakestein together pro- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bosch heeft men een Landdrost, die daar als President sit, en nevens 4 Heemraaden van die volkplanting, en 3 van Draakestein, een vergadering van HeemraadenGa naar voetnoot110. uitmaakt, welke over een somme van 150 guld., en hooger niet, mogen oordeelen, en van waar men tot den Raad van Justitie aan 't Kasteel appelleeren kan.
En hoe veel Vaandels zy hier uitmaaken. Aan 't Kasteel zyn 3 groote Compagnien, 2 die uit voetvolk, en 1 die uit ruitery bestaat, gelyk men aan Stellenbosch en Draakestein, uit beide die Colonien, nog 2 vaandels voetvolk, en 1 vaandel ruiters heeft, al te zaamen wakkere kaarels, die zeer wel gewapent, en byzondere goede schutters zyn. Deze alle hebben ook hunne Capiteins, Lieutenants, en Vaandrigs, doch een Vaandrig in dienst der E. Maatschappy heeft den rang voor een Borger-capitein; en deze Hoofdlieden en Officieren maaken den Krygsraad hier uit. Deze Borgers nu zyn hier gewoon den 1sten November hunne kermis te houden, die 3 of 4 dagen duurt, en den 4den of 5den zyn de Borgers gewoon op te trekken, en na de houte papegaai op 't groot vlak veld na den Leeuwenberg, dat dan doorgaans vol tenten met groente bezet is, na 't wit te schieten; en die van hen de papegaai getroffen heeft, is koning van het voetvolk, gelyk die gene, die 't wit geraakt heeft, koning van de ruitery is, welke beide koningen dan yder door hun volk t'huis geleid, en 't jaar 'er aan door de zelve weer zeer staatelyk opgehaalt, en na dit slagveld gebragt worden, daar zy dan voor allen den voorrang hebben, om na de papegaai, of 't wit, te schieten, na welke dan de Gouverneur, en verder yder na zyn rang, volgt; doch de koning heeft nog de inlegpenningen tot zyn voordeel, alzoo yder, die dienstGa naar voetnoot111. doet, ¼, en een Compagnies dienaar, die nevens hen mede schieten wil, 1 Ryksd., daar voor betaalen moet. Ook geeft de E. Maatschappy aan de Borgers op dezen dag 3 leggers Kaapze wyn, of anders eenige vaten Hollands bier, waar mede men hier dan in die dagen zeer vrolyk is.
Ongemakken hier. Hoe schoon een land nu de Kaap is, heeft het egter al mede, gelyk alle landen, zyne ongemakken. Zoo 'er stoute vliegen in de wereld, en ergens ontelbaar veel zyn, zoo heeft men die hier, en wel zoo stout, dat zy van de handen en spys byna niet af te slaan zyn, 't geen van 't menigvuldig slagten der schaapen in de Tafelbaai (want daar heeft men die plaag meest) voorkomt; doch landwaart in weet men daar zoo niet af. Dus is de ZO wind, als hy zeer sterk is, en lang aan een doorwaaid, een onverdragelyk ongemak wegens het stof, en de opwaajende steentjens, waar van men nog een ander uitnement groot ongemak heeft, dat alle de Kaapze | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vide 2 of infantry and 1 of cavalry, all of them fit lads, very well armed and exceptionally good shots. All these have also their Captains, Lieutenants and Ensigns, but an Ensign in the service of the Hon. Company ranks above a Burgher-Captain; and these commanders and officers constitute the Council of War here. These Burghers usually hold their Kermis on the 1st of November, which lasts for 3 or 4 days, and on the 4th or 5th they are accustomed to parade, and shoot at a target or at a wooden parrot, on the large flat space near the Lion Hill, which is then covered with tents and greenery; and he who hits the parrot is the King of the Infantry, and he who hits the bullseye is King of the Cavalry. These are afterwards taken by their men, each to his house, and the following year are brought from there in great state to the field of combat, where they have the precedence over all others in shooting at the parrot or the target, the Governor following after them and then each according to his rank. The king also takes the entry-money to his profit, since anyone in service who wishes to shoot with him must pay ¼ Rxd., and any Servant of the Company 1 Rxd. Also the Hon. Company this day gives the Burghers 3 leggers of Cape wine, or else some casks of Dutch beer, so that these days are very gay ones. However lovely a land the Cape is, yet like all other lands it has its disadvantages. If anywhere in the world the flies are impudent, and innumerable, it is here, and indeed so impudent that one can hardly keep them off one's hands and one's food. This comes from the much slaughtering of sheep at the Table Bay (since this plague is worst there), and further inland nothing is seen of them. Again, the SE wind, when it blows very strongly and for long, is an unbearable inconvenience because of the dust and pebbles blown up by it, and from this comes also the exceptionally great inconvenience that all the grains at the Cape (unless exceptionally well cleaned) are usually full of sand, which is also found in the flour ground from them, so that the bakers in Batavia and elsewhere much prefer Bengal or Surat flour which is more costly but better, although on the other hand it is possible to clean the grain from this sand very fully. We have already mentioned the danger and damage to be expected from a strong NW wind and heavy rain, but here also not only the caterpillars are a pest in the vineyards, vegetable-gardens and orchards, but also a small red | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
graanen (ten ware zy ongemeen wel gezuivert worden) doorgaans vol zand zyn, dat men ook in 't meel, 'er af gemaalen, veeltyds vint, waarom de bakkers op Batavia, en elders, veel liever Bengaalze en Suratze tarw hebben, die ook veel meer gelden moet, en beter is, hoewel men 'er anders een middel heeft, om 't koorn van dit zand zeer wel te zuiveren. Wat gevaar en schade men hier van een sterken NW wind en swaaren regen te wagten heeft, hebben wy bevoorens reets gezien, maar een pest in de wyngaard, moesthuinen en boomgaarden, is hier niet alleen de rups, maar ook een klein rood beesje, dat in korten tyd alles, al staat het nog zoo schoon op 't veld, opeeten, en yemant bederven kan. Ook is het hier 's nachts nu en dan in de zomer onverdragelyk heet, en zomtyds ook by dag zoo warm, dat men zich zeer wel inbeelden kan op Batavia te zyn. Ook kan men by 't sterk doorwaajen van den ZO wind ettelyke dagen aan een belet worden, niet alleen na boord te vaaren, al had men 'er nog zoo noodige zaaken te verrigten; maar zelf ook zyn neus buiten de deur te durven steeken, ten waare men de oogen, 't aangezicht, en den mond, in een oogenblik vol zand hebben wilde. Een groot ongemak is 't ook, dat men hier weinig brandhout heeft: want schoon 'er hier of daar nog wel schoone en groote bosschen zyn, als 't Paradys,Ga naar voetnoot112. het bosch by de Houtbaay, dat ontrent de Bergrivier by Draakestein is, als mede in Hottentots-Holland, en nog hooger op, by Stellenbosch, by de Olifantsrivier, en elders, zoo zyn die of te verre van de hand gelegen, of de E. Maatschappy houd de zelve aan zich, hoewel 'er ook eenige bosschen zyn, waar uit de Borgers eenig timmerhout, op een verlofbriefje van den Gouverneur, konnen kappen, maar hun meeste brandhout hier bestaat in eenig slegt kreupelbosch, en in stronken en knoesten, die wy niet zouden willen aanzien, en egter kost hen het zelve zoo veel geld, dat een huishouden, dit moetende koopen, ter weeks wel 5 of 6 guld. aan hout van nooden zou hebben, om 't welk te ontgaan yder zyn slaaven op zyn land, en elders, zoo veel struiken en kreupelbosch, als 't mogelyk is, nu en dan verzamelen laat.
Kinderpokiens voor 't jaar 1713 hier noit bekent. Gelyk nu dit in zich zelven een zeer gezonde landstreek is, alzoo weten de menschen hier weinig van ziekten, en, dat aanmerkenswaardig is, noit heeft men hier tot het begin van 't jaar 1713 de kinderpokjens gehad; maar toen heeft men die ongemeen sterk, meest onder inboorlingen van de Kaap, zeer gevallig eerst gekregen. Deze ziekte nam zyn aanvank in 't slaavenhuis der E. Maatschappy, en wel uit het waschgoed der kinderen (zoo men zegt) van de Heer van Steeland,Ga naar voetnoot113. en eenige andere vlootelingen, welke op de reize aan de kinderpokjens gelegen hadden, doch nu reets weer volkomen herstelt waren. Van dit wasch- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
insect which in a short time can devour everything however thick it stands on the fields, and so ruin anyone. Again, sometimes the nights in the Summer are unbearably hot, and sometimes also by day it is so warm, that one can well imagine oneself in Batavia. Again, one can be hindered by a strong SE wind for several days on end, not only from going aboard ship however urgent the business one has there, but even from daring to put one's nose out-of-doors, unless one wishes to have eyes, face and mouth filled with sand in an instant. Another great inconvenience is that there is little firewood here, since although there are indeed lovely and large forests, such as the Paradys, the forest near the Hout Bay, that along the Berg River near Draakestein, and that in Hottentots-Holland and still higher up near Stellenbosch, that near the Olifants River, and elsewhere, all these are either too far off, or are reserved by the Hon. Company for itself; and although there are some forests where the Burghers can cut timber with written permission from the Governor, nevertheless most of the firewood consists of poor undergrowth and of stumps and knots which we [in Holland] would not look at, and costs so much, that a householder will spend fully 5 or 6 gld. a week on wood if he must buy it. To avoid this everyone has his slaves gather, on his land or elsewhere, as much bush and undergrowth as possible. Since this is a very healthy region, little is known of sicknesses; and, a fact worthy of notice, there was never any smallpox here before 1713; but then there was a very severe epidemic. It began in the Slave House of the Hon. Company, and indeed (it is said) from the laundry-goods of the children of Heer van Steeland and others of the fleet, who during the voyage had suffered from smallpox but were already fully recovered. From the clothes of these children the slaves caught it, and from them various children, both of the Burghers and of many Hottentots, these [children] dying in such great numbers that there were Burgher-households in which 5, 6, and more died. Indeed so many folk died that at last hardly anyone could be found (even at a high daily pay) to care for the sick, so that many of such poor folk died of sheer discomfort, most being buried without coffins since there was not enough wood at the Cape. As to the Hottentots, they died as if by hundreds, so that they lay everywhere along the roads as if massacred as they fled inland with kraals, huts, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
goed dezer kinderen kregen het de slaaven, en van de zelve deze en gene kinderen, zoo der Borgers, als een menigte van Hottentots, die in zulken grooten getal stierven, dat men huisgezinnen der Borgers gehad heeft, waar in 5, 6, en meer menschen, ja zoo veelen gestorven zyn, dat men op het laatst by na (al wilde men nog zoo veel daags betaalen) geen menschen kon vonden, om op de zieken te passen, zoo dat veelen dezer elendigen van enkel ongemak omquamen, waar van de meesten, alzoo 'er geen hout genoeg aan de Kaap was, maar zonder kisten moesten begraven worden. Wat de laatsten, of de Hottentots, betreft, die stierven by honderdenGa naar voetnoot114. gelyk, zoo dat zy over al op de wegen als verslagen lagen, alzoo zy, al vloekende op de Hollanders, die zy zeiden hen betoovert te hebben, met hunne kraalen, hutten en vee, landwaard in vlugtten, in hoope om daar van die booze ziekte bevryd te zullen zyn, waar door men naderhand (gelyk ik in 't jaar 1714 ondervont) zeer weinig Hottentots, in vergelyking van bevoorens, hier zag, dat zedert een zeer groot ongemak aan deze Borgers, en verdere ingezetenen, gegeven heeft, alzoo die nu hunnen dienst, zoo in de huishouding, met alles by na voor een gering loon te schuuren, als wel voornamelyk in de koorn- en wynoegsten, om alles te snyden en in te zamelen, misten, behalven dat zy ook door deze ziekte veel slaaven verlooren, en ten eerste geen gelegenheid hadden, om anderen in de plaats te bekomen, gelyk dit dan ook de waarde der zelven ten eersten merkelyk dede steigeren. Dit sterven van zoo veel menschen in een en 't zelve huisgezin, en dikwels op een en den zelven dag, gaf hier een groote verwarring en ongemak, alzoo men, hier gewoon zynde de lyken maar 2 of 3 dagen boven aarde te houden, en ze dan 's namiddags te begraven, naaulyks de noodige menschen tot zulk een begrafenis (alzoo men het op veel plaatzen gelyk waarnemen moest) wist by een te krygen. Als yets vreemts heb ik hier ook aangemerkt, dat, als men van buiten met een dooden, om die te begraven, of met een bruid na 't Kasteel komt, om die daar in den egtenstaat te bevestigen, men dan altyd (als een staale wet hier) een of meer gespannen van swarte ossen, en noit van anderen, voor de wagen heeft, zonder dat men my, op myne vraagen, daar eenige bondige reden van heeft weten te geven: want tusschen die twee Staaten, de eene van den uitersten rouw, en de andere van de uiterste vreugde, is zoo groot een onderscheid, dat die zeer quaalyk beide door de swarte verwe van droefheid uitgedrukt worden; doch ik zou het beter vinden, zoo de wagen van een bruid door een gespan van spierwitte ossen getrokken wiert. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
and cattle, all cursing the Dutch who they said had bewitched them, hoping to be free there from this evil sickness. Afterwards as a result (as I found in 1714) very few Hottentots were to be seen here compared with previously, this causing very great inconvenience to the Burghers and other inhabitants who now lacked their service, both for cleaning and scouring almost everything in the house at low pay, but especially in the cutting and gathering of corn and grapes. In addition they also lost many slaves, and at first could not replace them, since the value of them at once rose markedly Such dying of so many in one and the same household caused great confusion and distress here, since they hardly knew how to bring together the necessary people for a funeral (it being the custom to keep the dead above ground for 2 or 3 days only, and then bury them in the afternoon), and now so many funerals must be celebrated simultaneously. I noticed here as something strange, that when a corpse is brought to be buried, or a bride brought to the Castle to be given in marriage there, one or more yokes of black oxen always draw the waggon (as if by an inviolable law), and never of others, although no one could give me any sound reason for this in answer to my questions; but since between the two occasions, one of the deepest sorrow and the other of the utmost joy, there is so great a difference, that both are very badly expressed by the black of sorrow, and I would find it better if the waggon of a bride were drawn by a yoke of milkwhite oxen. |
|