Nederlandtsche gedenck-clanck
(1942)–Adriaen Valerius– Auteursrecht onbekend
[pagina 5]
| |
Edele, Erntfeste,
| |
[pagina 6]
| |
als in een opgerecht tonneel, den aendachtigen ende vernuftigen Leser voorstellen ende toebrengen groote rycke stoffe, aenleydende tot wijsheyt, door de gedachtenisse dat geschiet is; tot vromigheyt, door de bedenckinge van't gene altyd behoort te geschieden; ende tot voorsichtigheyt, door de aenmerckinge van't gene noch geschieden kan. Doch besonderlyck konnen wy dit weten ende afnemen uyt d'ondersoeckinge der Nederlantscher geschiedenissen, die 'tsedert den Iare 1562 of daer ontrent, tot nu toe, de vereenigde Provintien overgekomen syn: want soo wy insien het Wereltsche regiment, wy en bevinden niet alleene verscheyden veranderingen, beroeringen, scheuringen, muyteryen, verwerringen, bedriegelijcke handelingen, openbare verdruckingen, onmenschelijcke wreetheden, mitsgaders de autheuren daer van, de gesochte oorsaken, de werck-tuygen, de middelen, de droeve uytkomsten: maer oock veler Nederlanderen sonderlinge wijsheyd, trouwen-raed, kloeckmoedigheyd, verdraegsaemheyd ende gestadigheyd in't afkeeren of verbeteren der voorgemelder ongevallen, met den segen des Heeren die daer op gevolgt is. So wy onse oogen slaen op het stuck der religie, terstont komen ons te voorschyn de strengigheyd der Placcaten, de onnoselheyd der gevangene, de wreetheyd der executien, de stantvastigheyt der vromen, stervende, den yver der overblyvende, de geduldigheyd der gevlugtede, ende dat van geheele huysgesinnen, die om de bloedige Inquisitie der Spanjaerden t'ontgaen, ende te behouden eene goede conscientie, by duysenden achter Lande jammerlyck gesuckelt hebben, ende geleden groot ongemack, kommer ende ellend, d'een hier, d'ander daer verlopende, met sware ende swacke leden des lichaems, ende groote lasten der Huysgenoten beladen, alles moetende verlaten, niet sonder groote versmadinge der menschen, beyde vande welcke sy vertrocken, ende by de welcke sy somtyts nedersloegen, door ontallycke ende grousame perikulen. Alsmen komt tot de oorloge, 'tis wonder wat al aenmerckelijcke dingen haer daer in vertoonen. So oyt eenig Land door sware, listige, ontrouwe, machtige, tyrannige, ende uytstekende bloet-dorstige vyanden bevochten is geweest, het is het Nederlant. So immer meer cloecken wederstant in eenig Coningryck of Republijcke vanden Heeren oft Staten des Lands, ende de goede gemeente, den vyanden is geboden geweest, het is in Nederlant. So ergens t'eeniger tyd, uyt liefde der goeder cause ende des Vaderlants, uytnemende Helden, ende mannelijcke voor-vechters ende vroome Crygsluyden gevonden zijn geweest, ofte ooc eene gewillige gemeente, om in te willigen ende op te brengen de middelen die ter oorloge dienen, het is in Nederlant. Ende wat aengaet de wercken behoorende tot de oorlog te water ende te lande, als ordonnantien tot de Crygs-tucht, subtyle aenslagen, nieuwe vonden van begraven, beschanssen, beschieten, harde belegeringen van steden ende stercten, mannelijcke uytvallen, wonderlijcke veroveringen, gevaerlyck strijden, dappere schermutselingen, moedige beschermingen, voorsichtige afwijckingen, stantvastige volherdingen, ende wat dies meer is, hier van is de Nederlantsche Historie niet anders dan als een uytgeset tafereel voor aller menschen oogen, uytdruckende allerley soorten van oorlogswercken ende crygs-bedrijf. Waer over dan in velen haer vertoonen de deuchden van wijsheyd, conste, voorsichtigheyd, cloeck-moedigheyd, sterckte, dapperheyd, trouwe, stantvastigheyd: Daer en tegen in eenige andere, | |
[pagina 7]
| |
de gebreken van onwetenschap, onervarentheyd, vreesachtigheyt, flou-moedigheyd, onachtsaemheyd, lichtvaerdigheyd, verraderye. Insgelycx inde handelingen van vrede oft bestant, sietmen klaerlijck der vereenigde Nederlanders koele bedachtsaemheyd, eenvoudige oprechtigheyd, voorsichtige beleydinge, ende getrouwe onderhoudinge: Maer aen der vyanden syde, geven haer bloot allerley soorten van bedeckte, dobbel-sinnige, ende schandelijcke practijcken, cortelijck, van veelderley snoode ende trou-loose mishandelingen. Uyt welcken allen men kan afnemen so wel de schade ende het verderf, het welcke door der vyanden valscheyt, gewelt, ende tyrannie, gelyck door eenen vreeselijcken brant int gemeene, het gantsche Nederlant verwoest heeft; als oock het welvaren ende de behoudenisse die de vereenigde Provintien (met Gods hulpe) door de wijsheyd ende kloeck-moedigheyd der H.M. Ga naar voetnoot* Heeren Staten Generael, ende der doorluchtiger Princen van Oranjen Vorstelijcker deuchden ende hoog-beroemder daden, genoten hebben; min noch meer, dan of sy uyt dien verderffelijcken brand, buyten aller menschen verwachtinge getrocken waren. Ende hier uyt volgens heeft oock uwer E.E.Mog. aen te teeckenen in het besonder de persoonen, die ter eener syde, met wel doen, onsterffelijcker eere, met qualijck doen, eeuwige schande behaelt hebben; ter anderer zyden de gene, die, ofte door der eerster deuchden verquickt, ofte door der anderer gebreken, zyn beschadicht geweest. Somen alle dese ende diergelycke saken uyt de Nederlantsche Historie met neerstigheyd uytsoeckt, met aendacht overweegt, ende met getrouwigheyd nadenckt, men sal daer in vinden, voor den tegenwoordigen tyt, eenen seer overvloedigen schat, seer dienstig om alle vroome regeerders, ende getrouwe ondersaten te vermanen; eensdeels tottet navolgen der loffelycker deuchden ende daden, die haer vertoont hebben in vele onser voor-ouderen, wagende lyf ende goet ten uytersten toe, om de vryheyt des Vaderlants ende der conscientie, tegens de ongehoorde ende meer dan Barbarische wreetheyd der Spanjaerden, te behouden; andersdeels tot het vermyden van allerley ondeuchdig voornemen, poogen ende doen, daer mede men, door eer of gelt-gierigheyt vervoert zijnde, hem selven schande, ende het Vaderlant schade soude mogen toebrengen. Dat meer is: het lesen ende de kennisse der Nederlantsche geschiedenissen, belooft ons de nuttigheden die wy, ten aensiene vande toekomende tyt, tot onser versekeringe behoeven: want dewyle wy noch gedreygt worden met verscheyden kommerlycke swarigheden, ende vreeselijcke aenstooten der vyanden; so worden alle vrome voorstanders ende goede Patriotten opgescherpt Ga naar voetnoot*, niet alleen om uyt de voorledene dingen te voorsien het eynde der bloet-dorstiger vyanden, het welcke is door vertredinge van alle wetten ende vryheden des Lants, tyranniglyck te heersschen over de lichamen, conscientien ende goederen, ende door de goede gelegentheden die hy inde Nederlanden soude vinden, t'overweldigen andere Koningrycken ende Landen, om een Spaensche Monarchye op te rechten; maer oock om in alle voorvallende gelegentheden wel indachtig te wesen den bedriegelycken, ontrouwen, meyneedigen, onversoenelicken, wreeden, ende moordadigen aerd onses vyands; ten eynde men zyne listigheyt | |
[pagina 8]
| |
soude mogen ontgaen door voorsichtigheyt, zyn geweld afkeeren door de middelen die de Heere ons noch overgelaten heeft, ende syn tyrannig voornemen breken door gestadige trouwe, die wy Godes Woord ende het Vaderland schuldig zijn: gelyck een out Poeet der Griecken, Sophocles genoemt, seer wel geoordeelt heeft, seggende: Dat de ongerechtigheyt de baer-moeder sy der Tyrannie, Provenit ex Iniustitia ceu matre Tyrannis. Also leert de gedurige ervarentheyd, dat de Tyrannie voorts brengt de slavernye der menschen, ende de verwoestinge der Landen, boven welcke dingen geene, dit leven aengaende, noch smadelicker noch onverdraechgelicker en zijn. Waerom oock alle liefhebberen der wettelycker vryheyt t'allen tyden liever hebben gehad hen op hun geheel te houden; ende den tyrannen niet te vertrouwen. Het welcke Demosthenes, de wel-spreeckenste der Griecken, schrijft het eenige seker schut ende scherm te wesen tegens den tyrannen, waerom men oock veel liever alles totten uytersten toe behoort te wagen, met verwachtinge eeniger saliger uytkomste, die den almogenden God, te zijner tyt, na zyn wel behagen sal believen te verleenen, dan te vallen, ende zijne naekomelingen te storten ende te laten inde handen der sulcker die gewend zijn (gelyck dat de gantsche werelt bekent is) geene schuldige belofte te houden; maer onschuldig bloet te vergieten. Dese dingen alle (E.E.M.Heeren) den Autheur saliger uyt liefde des Vaderlands, ende der goeder causen voorkomende, hebben hem bewogen dit werck (waer van d'Historyen by verscheydene treffelycke mannen wytloopiger bevonden werden) t'samen te stellen, met voornemen om't selve in't licht te brengen ende uwer E.E.M. toe te eygenen: Maer door de doot belet geweest zynde, heeft zijn goet voornemen niet konnen voltrecken, 'twelcke, van wegen myne mede-erfgenamen ende schuldigen plicht alsnu eerst gedaen, ende uwer E.E.M. hier eerbiediglycken op-gedragen ende toegeeygent word, hopende dat uwer E.E.M. synen trouhertigen arbeyd ende yver niet min als in zijn leven sal aengenaem ende wel gevallig zijn; also de selve niet anders is dienende als totter vrome, ende Vaderlants-lief-hebbende herten vermakinge; tot welcken eynde by de prose, oock liedekens ende dichten gevoegt syn, op de verhaelde materie, ende stoffe passende, mitsgaders de Tablatuyr van elck liet op Luyt ende Cyter; op dat het gesang ofte spel, (bestaende in verscheydene voysen ofte stemmen) als oock door het gedicht, de droefheyt, (uyt het lesen der prose ontfangen) gemindert; ende de blyschap (uyt de selve verkregen) gemeerdert mochte werden. Aen het welcke, niet twyffelende, bidde God dat hy uwer E.E.M. regeringe segene, door wiens genade ende uwer E.E.M. jonste Ga naar voetnoot* ick ben ende hoop te blyven
Uwer E.E.Mog. getrouw-onderdanich Dienaer,
F. Ga naar voetnoot* VALERIUS. |