Jonghe, cum fig. Gandavi, A. Graet 1717, in-8.o. 2.o Belgium Dominicanum, collectore F. Bernardo de Jonghe, cum fig. Bruxellis, F. Foppens, 1719. 3.o Saemen-spraek tusschen J.N. en L.N., in welke oogblykelyk worden aengewezen meer als 40 contradictien, valscheden ende andere misslagen van de Cronyk van Vlaenderen, onlangs in het ligt gegeven tot Brugge door N.D. en F.R., in het gene verhaelt in de beschryvinge van Gend alleen. ‘Uyt de pers, nieuw en vers.’ September 1728, 30 bladz. in-8.o. Deze antwoord op de dry eerste deelen der Chronyke van Vlaenderen (door de heeren Blootacker en Vernimmen) tot Brugge in-folio uytgegeven, is eerst gedrukt geweest in den grooten Gendschen Comptoir-Almanach van 1742. 4.o Ghondtsche Geschiedenissen, by forme van maendt-register, in den welken van maendt tot maendt beschreven wordt: wat dat'er aenmerckens-weerdig geschiet is ten tyde van de Geuserye en de Beeldtstormerye binnen en omtrent de stadt van Ghendt. Ghendt, wed.e P. de Goesin en soon, 1746, in-12.o Dit werk is door Jan Roothaese vermeerdert en in 1752 herdrukt, als ook met de aenteekeningen van pater Leonardus à S. Maria, in 1781, 2 deelen in-8.o. Het eerste origineel handschrift van pater de Jonghe, bezit den heeer Hye-Schoutheer, secretaris der regentie van Gend; het tweede verbeterde in order gebragt, en ook geschreven door den zelven pater, alsmede het gene van den heer Roothaese berusten in de boek-zael van de hooge school tot Gend. 5.o Inder Alphabeticas omnium sacularium sopulturum in Ecclesia nostra ab anno 1326, quantum nobis post destructionem ab hereticis factam seiro licuit, opera P. Bern. de Jonghe, anno 1713.