Bijlage 2
De avonturen van Birre Beer
350. Birre sprong met de tas achter de struik en gaf die aan Zwier. ‘Alstublieft,’ zei hij. ‘Dat heb je buitengewoon goed gedaan, beer!’ zei Zwier. ‘Ach het was maar een kleinigheidje,’ vond Birre. ‘Nu ga ik over een poosje naar Mirre toe en dan hoop ik dat ze haar tas al kwijt is. En na nòg een poos, komt u er gewoon mee aan, Zwier!’
‘Afgesproken!’ zei Zwier. Ze praatten nog wat met elkaar en toen liep Birre kalm naar het huis toe. Maar nog voordat hij er was, kwam Mirre al naar buiten hollen. ‘Ik ben blij dat ik je zie, Birre!’ riep ze. ‘Er is een ramp gebeurd! Een ramp zeg ik je!’
‘Wat dan?’ vroeg Birre met een heel onnozel gezicht. ‘Ik zie geen ramp!’ ‘Ik ben m'n schooltas kwijt!’ riep Mirre, half huilend. ‘Met m'n huiswerk... m'n sommen en taalboek... en voor morgen moet ik drie sommen en een taalles afhebben... voor straf... omdat ik met propjes gegooid heb... en nu is m'n tas weg... ik dacht toch zeker, dat ik hem bij me had... maar ik zie het ding nergens! O, help me zoeken, Birre!’
‘Maar natuurlijk,’ zei Birre met een gezicht, alsof hij vreselijk geschrokken was.