De reus van Rotterdam
(1971)–C.B. Vaandrager– Auteursrechtelijk beschermdStadsgeheimen
[pagina 25]
| |
beelden geïllustreerde lezing over de bevolking van Suriname. Deze bevolking is een allermerkwaardigst mengelmoes van Indianen, Negers, Javanen, Hindustanen en blanken. De verschillende bevolkingsgroepen leven op een oppervlakte 4 ½ maal Nederland. Zij leven echter niet overal in het oerwoud, neen, Suriname's bevolking zoeke men langs de oevers der grote rivieren. Van deze bevolking vormen de Indianen (stammen: Soerinen, Arowaks, Oereana's, Trios) het kleinste deel, bij elkaar 3000. Dit zijn de enige autochtonen van Suriname. Alle andere inwoners zijn uit den vreemde afkomstig. Het aantal Indianen is ons precies bekend, daar deze mensen herhaaldelijk verhuizen. Een gedeelte trekt rond langs de grenzen en is nu eens Engels, Frans of Braziliaans onderdaan. Van enorm belang is hier het missiewerk, vooral de Hernhutters. Het leven van deze zogenaamde ‘primitieven’ wordt vergeven door de Angst. In alle uitingen van de natuur zien ze immers uitingen der goden, goede of kwade. Het is dan ook voor dit natuurvolk een zegen om, door de bekering tot het Christendom, van deze Angst bevrijd te worden. Maar de missie doet nog veel meer belangrijk en lastig werk. Zij brengt verzachting in de barbaarse zeden. Als voorbeeld van een gruwelijk gebruik diene de Initiatieproef. Kinderen wordt van kindsbeen af geleerd hevige pijnen te doorstaan. Wil een jonge man zich tot volwaardig lid van een stamgemeenschap maken, dan dient hij, zonder een spier te vertrekken, een kort ogenblik een band om het middel te dragen, waarin honderden wespen, met de angels naar binnen vastgekleefd, zijn ‘verwerkt’. Toont hij pijn te lijden, dan wordt hij niet als man aanvaard. De missie leert de ‘primitieve’ Indiaan zich betere levensvoorwaarden te stellen. Als hij zich nl. ergens vestigt, dan raakt door de roofbouw, het cassaveveld volkomen uitgeput. Zonder zijn dagelijkse tapiocabrij, gemaakt van de cassavewortel, kan de rode man het niet stellen, en hij is dan ook gedwongen zich een andere woonplaats te zoeken in het oerbos. Voor sommige Europeanen zijn zij van grote betekenis als uitvinders van de rumba-bal en nog enkele instrumenten, gebruikt in orkesten welke moderne muziek ten gehore brengen. | |
[pagina 26]
| |
Een andere groep vormen de Bosnegers of Marons, afstammelingen van de negerslaven, die de plantages ontvlucht waren en zich in het oerwoud hadden teruggetrokken. Vanuit het bos deden ze aanvallen op de plantages. Ook voor hen doen de Hernhutters veel goed. De Creolen, afstammelingen der vrijgelaten negerslaven, vormen de hoofdbewoners van hoofdstad Paramaribo. Het woord Creool is afkomstig van het Spaanse crealo, wat betekent: niet gekocht. Deze ‘stadsnegers’, zoals ze wel genoemd worden, vormen een groot probleem voor Suriname. Zij hebben namelijk een hele nare ervaring opgedaan op de plantages en zijn dan ook met geen stok meer uit de stad en aan het werk te krijgen. De Hindustani zijn uitstekende werkers. Zodra zij enig geld hebben verdiend op het land, trekken deze uitgesproken handelaars naar de steden en dorpen, om zich daar als winkelier te vestigen. Aan hetzelfde euvel lijden de Chinezen. Tot slot sprak de heer Mulder, Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam, over een andere bevolkingsgroep, die der Javanen. Met het tonen van zeer interessante photo's beëindigde spreker zijn uiterst leerzame lezing. |
|