Christelyke gezangen
(1713)–Hendrik Uilenbroek– AuteursrechtvrijToon: ô Kersnacht.
ZA lig ! is 't in den Heere trouwen,
Om zaam' een huis voor hem te bou wen.
Ge zegent zijnse in haar staat,
Daar twee vereent met hert en zielen
| |
[pagina 160]
| |
Gaan zamen voor haar Vader knie len;
Dien mist geen goed, noch schaat geen quaat.
2.
Daar de deugden als sterren flonk'ren.
Wat nacht kan haren glans verdonk'ren:
Die wand'len in Godtzaligheit;
Zijn Erfgenamen in dit leven,
Van zegen; of Godt zal haar geven,
Veel beter goedt in eeuwigheit.
3.
Ziet dit Paar, van Godt uitgelezen,
Om d'een des anders deel te wezen;
Vereenigt tot een vleesch, en geest.
Die twee ! in Jezus ! vast verbonden:
Wiens bandt weer nimmer wordt geschonden,
Noch oit gebroken is geweest.
4.
d'Algenoegzame Godt ! uw Vader !
De alderwijste Ziel-berader !
Geleydt', en stuur' uw over al,
Hy geev' u raadt in alle zaken,
En leer u hoe gy 't wel zult maken:
In al wat u ontmoeten zal.
5.
Jezus ! uw' Bruid' gom, Vrient, en Broeder !
Zy voor uw beid' een Zielen-hoeder !
Zijn troost, zijn heil, genaden-bron;
Wil uit de volheit der genaden,
| |
[pagina 161]
| |
Uw Ziel verquikken, en verzaden.
Hy zy uw schildt, en vreugde-zon.
6.
d'Heilige Trooster ! kom nederdalen,
Hy doe zijn gaven meerder stralen
Over dit nieuw vereenigt Paar !
Hy help, en troostz' in alle quaden,
En leidtze in des Hemels paden.
Hy woon', en blijv' eeuwig by haar.
|
|