Christelyke gezangen
(1713)–Hendrik Uilenbroek– AuteursrechtvrijToon: Psalm 24.
HOe wonder schoon is dit gezicht !
Waar in Godts macht en wysheit licht,
't Is als den lust-hof van het Eeden,
| |
[pagina 95]
| |
Jaa een vermaaklyk Paradys,
Wie is bequaam de waard' en prijs,
Daar van te uiten met zyn Reden?
2.
De boomen, velden, berg, en dal,
De kruyden, vruchten, 'k zie het al
Voor mensch, en beesten toebereyden.
Al wat de aarde draagt, en geeft,
Hoe veele vruchten dat zy heeft,
't Is al tot 's menschen nut bescheyden.
3.
De oogen zien al dit vermaak,
De tonge proeft de zoete smaak,
Van veelderhande lieflijkheden.
Gy Heer ! houd voor ons open Hof,
En geeft ons overvloedig stof,
Te roemen uwe heerlykheden.
4.
Wat eere, prys, en danckbaarheit,
Komt tot uw heyl'ge Majesteit?
Hoe konnen wy genoegzaam loven
Uw goetheit, wysheit, groote macht,
Die 't al voor ons heeft voort-gebracht?
Noch straalt u gunst op ons van boven !
5.
Doch gy mijn ziele ! blyft niet staan,
Op dingen die doch al vergaan:
Stuurt uw' gedachten meer om hooge,
| |
[pagina 96]
| |
Daar is een Hemels vreugden licht !
Daar schynt Godts heerlyk aangezicht,
En zal verzaden hert, en oogen.
|
|