Christelyke gezangen
(1713)–Hendrik Uilenbroek– AuteursrechtvrijToon: Hoe schoon licht ons de Morgen-ster.
RYst op mijn ziel ! gy hebt nu stof
om uit te zingen 's Heeren lof,
En zijne groote daden,
Als gy laagt in uw zonden doodt,
| |
[pagina 75]
| |
Van alle heil en hulp ontbloot,
Met straffen zwaar beladen !
Maakt hy, u vry
Van de zonden, die u wonden, die u knagen,
Jezus moest die lasten dragen !
2.
O lieve trouwe Middelaar !
Hoe viel u dezen last zoo zwaar?
Hoe veele moest gy lyden?
Op dat mijn doodt gewonde ziel,
Niet eeuwig in den afgrondt viel,
Hoe vreeslyk moest gy stryden?
O Lam ! dat quam
Om te sterven, voor de erven, van het leven.
Jezus moest zich overgeven !
3.
Gy hebt ô Heylandt sterke Helt !
Doodt, Duivel, Hel, ter neer gevelt,
Gy hebtze gans vertreden,
Ten derden dage opgestaan.
Voor onze schuldt genoeg gedaan.
Godt is met ons te vreden.
O Borg ! wiens zorg,
| |
[pagina 76]
| |
Ons doet rusten, en verlusten, zonder vreeze,
Jezus is nu weer verrezen !
4.
Wat Zon rees op den Evenaar?
Zijn stralen zijn te wonder klaar,
Ach mocht die my beschijnen !
Op dat mijn blinde ziel-gezicht.
Door deze klaarheit zy verlicht,
Dat duisterheit verdwijne,
Ach daalt, bestraalt !
't Hert van binnen, en de zinnen, die zoo zweven,
Jezus is myn licht en leven !
5.
O Jezus ! doodt door uwe kracht
| |
[pagina 77]
| |
In my der zonden groote macht,
Op dat ik met u leve,
Delv' al mijn zonden in uw graf,
En breekt het Rijk der boosheit af,
Ik zal my aan u geven,
Wekt dan, trekt dan
Onze herten, die met smerten, na u haken,
Jezus moet het al volmaken !
6.
O groote Heer ! der heerlykheit,
Mijns levens kracht myn zaligheit !
Gy hebt de aardt verlaten,
Gy voert ten Hemel in uw rust,
Daar is de schat, mijns herten lust,
En vreugde boven maten.
Ick zucht, ik vlucht
Met myn krachten, en gedachten, na die ruste,
Jezus zal myn ziel verlusten !
|
|