Christelyke gezangen
(1713)–Hendrik Uilenbroek– Auteursrechtvrij
[pagina 38]
| |
Toon: Hoe schoon licht ons de Morgen-ster.
U Heer ! zy lof en dankbaarheidt
Voor uwe liefde ons bereidt;
Die gy op ons laat straalen,
Dat gy uyt uwen hoogsten Troon,
Uw eeuwig een-gebooren Zoon,
Tot ons laat nederdaalen.
O Godt ! ons lot.
| |
[pagina 39]
| |
Hoe genadig, en weldadig, zijn uw wegen?
Groot is uwe liefd' en zegen !
2.
Wat Zon beschijnt den aerden kloot?
Zijn glans die is te wonder groot,
Al wort hy arm gebooren,
Zijt welkom, Aller Heiden wensch !
Zijt welkom, Godt geworden mensch !
Voor uwe uitverkoren,
O Zon ! O Bron !
Der genaden, die de quaden, wilt genezen,
Welkom moet ons Jezus wezen !
3.
O Jezus ! woont doch in myn hert,
Geneest het van der zonden smert,
Ik wil 't u overgeven,
Neemt 'et aan Heer ! het komt u toe,
't Is nu der vreemden Heeren moe,
Het zoekt met u te leven,
Straalt dan, daalt dan,
O mijn Koning ! in uw wooning, met genaden,
Gy alleen kondt dat verzaden.
4.
O heilig zalig Hemels Broodt !
Voor ons bereidt door uwen doodt,
Om onze ziel te voeden,
Hoe zullen wy met dankbaarheit?
U overgroote goedigheit,
Maar eenigzins vergoeden?
U Heer ! zy Eer
| |
[pagina 40]
| |
Hier op Aerden, maar na waarde u te loven,
Zal geschien volmaakt hier boven.
|
|