Een ogenblik later rende ik de heuvel af. Ik keek zo nu en dan eens over m'n schouder, maar ik zag niemand. Zo gauw als ik er maar kon komen, was ik bij rechter Thatcher.
‘Wel, m'n jongen’, zei hij, ‘je bent helemaal buiten adem. Kwam je je rente halen?’
‘Nee, mijnheer’, zei ik, ‘is er dan iets voor me?’
‘O ja, de halfjaarlijkse rente is gisteravond gekomen. Meer dan honderdvijftig dollar. Een heel fortuin. Zal ik het maar niet liever met die zesduizend beleggen, want als ik het je geef, maak je het maar op.’
‘Nee, mijnheer’, zei ik, ‘ik wil het niet opmaken. Ik wil het helemaal niet hebben en die zesduizend ook niet. Ik zou graag willen dat U het neemt; ik wil het U geven, de zesduizend en alles.’
Hij keek verbaasd. Hij scheen er niets van te begrijpen.
‘Wat bedoel je, m'n jongen?’
Ik zei: ‘Vraagt U me alsjeblieft niets. Maar U wilt het toch wel hebben, nietwaar?’
‘Daar begrijp ik niets van’, zei hij. ‘Is er iets gebeurd?’
‘Neemt U het alsjeblieft’, zei ik, ‘en vraagt U me niets, dan hoef ik ook niet te jokken.’
Hij keek me een poosje aan en toen zei hij: ‘Oho, ik geloof dat ik het begrijp. Je wilt al je bezit aan mij verkopen, niet geven. Dat is de bedoeling’.
Toen schreef hij iets op een papier, las het over en zei: ‘Daar - zie je? Daar staat “voor iets meer dan de kostende prijs”. Dat betekent, dat ik het van je heb gekocht en je ervoor heb betaald. Hier heb je een dollar. Nu moet je het ondertekenen.’
Ik ondertekende het en ging heen.
Juffrouw Watson's neger, Jim, had een bal van haar, zo groot als een vuist, die uit een koeienmaag was gekomen en daar deed hij toverkunsten mee. Hij zei, dat er een geest in zat, die alles wist. Ik ging dadelijk naar hem toe en vertelde hem, dat vader terug was omdat ik zijn sporen in de sneeuw had gezien. Nu wou ik graag weten wat hij van plan was en of hij hier zou blijven. Jim haalde z'n haren bal voor de dag en mompelde iets, hield hem in de hoogte en liet hem toen op de vloer vallen. Hij viel zwaar neer en rolde maar ongeveer een centimeter weg. Jim probeerde het weer en nog eens, maar er gebeurde precies hetzelfde. Toen ging Jim op z'n knieën liggen, legde z'n oor tegen de bal en luisterde. Maar het gaf niets, hij hoorde niets. Hij zei dat het ding soms wèl iets wilde zeggen zonder geld. Ik zei hem dat ik een valse