‘Wat, heeft ie soms geen vader?’
‘Ja, hij heeft wel een vader, maar dien kan je nooit vinden. Vroeger lag hij tenminste dronken tussen de zwijnen, maar hij heeft zich nu al langer dan een jaar niet laten zien.’
Ze spraken er lang en breed over en ze wilden me geen lid laten worden, omdat ze vonden dat iedere jongen toch tenminste iemand moest hebben om te kunnen vermoorden anders was het niet eerlijk. Niemand wist wàt te doen, ik kon haast wel huilen. Maar ineens wist ik er wat op, ik bood ze juffrouw Watson aan. Iedereen zei: ‘O, die is best, die is best. Nou is het in orde, Huck kan meedoen’.
Toen prikten we ons allemaal in onze vinger om met bloed te kunnen ondertekenen.
‘En vertel me nu eens’, zei Ben Rogers, ‘wat is eigenlijk het doel van de bende?’
‘Niets bijzonders, alleen roof en moord’, zei Tom.
‘Maar wat gaan we roven? Huizen of vee of...’
‘Onzin! Vee stelen en zo dat is geen roof, dat is gewone diefstal. We zijn geen dieven, dat is veel te ordinair. We zijn struikrovers. We houden koetsen en wagens aan op de weg, met maskers voor en we doden de mensen en nemen ze hun horloges en geld af.’
‘Moeten we de mensen altijd doden?’
‘O, natuurlijk, dat is het beste. Er zijn er die er anders over denken, maar over het algemeen vindt men het toch het best om ze te doden. Behalve die we naar het hol brengen en vasthouden tot ze gebrandschat zijn.’
‘Gebrandschat? Wat is dat?’
‘Ik weet het niet, maar dat doen ze nou eenmaal. Ik heb het gelezen, dus moeten wij het ook doen.’
‘Maar hoe kunnen we het doen als we niet weten wat het is?’
‘Wel verdikkeme, we horen het te doen. Zeg ik je niet dat het in de boeken staat? Wil je het anders doen dan in de boeken en de hele boel in de war sturen?’
‘Dat is allemaal goed en wel, Tom Sawyer, maar ik zou wel eens willen weten hoe we het moeten doen, daar wil ik graag achter komen.’
‘Nou, ik weet het niet. Misschien betekent het, dat we ze moeten vasthouden tot ze dood gaan.’
‘Dat is tenminste een antwoord, waarom zei je dat niet meteen? We zullen ze dan vasthouden tot ze dood gebrandschat zijn. Vervelend genoeg, je moet ze maar te eten geven en opletten dat ze er niet vandoor gaan.’