Vriendschap.
Toon: Petit Bourdeaux.
Of Dichter, dic de blinde wereld, enz.
1.
Draagt uw' vriend eens zacht tot Romen,
Zet hem daar eens onzacht neêr:
't Word u qualyk afgenomen.
Weg is al uw dank en eer.
Dienst en vriendschap veeler jaaren
Gaat wel in een uur te niet.
Die de beste vrienden waren,
Worden vyand, als men ziet.
2.
Als de vriendschap is genoten,
Word die daad niet meer gedacht.
't Is wel meest gemeen by Grooten,
Dat men kleiner dienst niet acht.
't Is, als hadden die verplichting
Om hen steeds ten dienst te staan:
En tot loon van hun verrichting,
Ziet men met den nek hen aan.
3.
Die dan menschen wil behagen,
Door wat goed is in hun oog,
Zal het dikwyls zich beklagen,
Als verwachting hem bedroog.
Door maar eenmaal mis te treden,