Toegift.
Vermits'er noch eenige ledige plaats over schoot, vond ik goed die met deze Spreekwoorden te vullen.
Hy heeft op een padde getrapt. Dit wil zeggen, hy heeft iets gedaan, dat hem zeer qualyk bekomt, gelyk die de horsselen tergen. Hier aan is verwant het spreekwoord: Men kan wel eene pad zo lange trappen, dat ze quak zegt. De zin is, men kan geduld wel te veel vergen. Patientia laesa fit furor. Getergde lydzaamheid word woede. Anders komt dit overeen met op eene slang trappen, die den treder wond en vergiftigt.
De knuppel zal troef zyn. Dat is, men zal hem met ongebrande eikenasch den rug smeeren. Dit is ontleent uit het kaartspel. Zekerlyk die geen troef heeft, is'er slecht aan, en kan zynen tegenspeler geen troef leveren. Doch die geen knuppeltroef heeft, bedient zich in de plaats wel van troef van schoppen.
De schuit is lek. Dit drukt uit, daar hapert wat, gelyk wanneer eene schuit ondicht is. Zo zegt men ook van iets, waar mede het niet wel staat: Dat heeft een gat. Hier aan is niet ongelyk: Hy is achter nat.
Tusschen Paschen en Pinxteren vryen de onzalige. De Romeinen hielden de Meimaand voor den ongelukkigsten tyd van 't gantsche jaar om te huwelyken. Hier-