Drukfeilen.
Hoewel een niet onnauwkeurig oog over de drukproeven gegaan is, heeft men niet konnen verhoeden het ongemerkt doorsluipen, of onverbetert blijven van eenige drukfeilen. Een misstelde of uitgelaten letter of zinsnede, die geene belemmering baart, behoeft niet aangewezen te worden. Doch de volgende gelieve de gunstige Lezer dus te verhelpen.
Bladz. | Reg. |
7 | 1 van onder, voor gelijk, lees: gelijk hy. |
15 | 29 rooden: lees, rooden haan. |
22 | 4 vergeten: lees, vergaten. |
32 | 9 Nim-: lees, Nimmer-. |
36 | 20 uit dagen: lees, uit te dagen. |
61 | 6 van onder, vrienden: lees, vriendinnen. |
93 | 7 van onder, een: lees, en. |
95 | 7 we: lees, wel. |
100 | 13 uit: lees, om. |
104 | 15 lees: Doch dat bedruipen van zich zelven geschied ook wel, enz. |
128 | 12 kaats: lees, kaars. |
129 | 3 van onder, zullen: lees, zulke. |
156 | 8 na is volge: of de lens. |
176 | 12 van onder, veea: lees veen. |
270 | 15 van onder, kan: lees, kon. |
337 | 7 van onder, bastaardreden, lees bastaard-eeden. |
351 | 16 hind: lees, hond. |
359 | 11 van onder, neemt: lees, meent. |
364 | 8 landen: lees, land. |
373 | 3 den: lees, een. |
(N. B.) Verscheide deze drukfeilen zyn in een goed gedeelte der exemplaaren onder 't drukken verbetert.