De oorsprong en uitlegging van dagelyks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden, opgeheldert tot grondig verstand der vaderlandsche moedertaal. Deel I(1726)–Carolus Tuinman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Q. QUaad berokkenen.52 Quaad gezelschap, quaad gezelschap, zei de dief, en hy ging tusschen den beul en een Monik naar de galg.76 Quaad vleesch gaf nooit goede zoode.169 Quansuis.180 Vorige Volgende