Mengelstoffen van vele christelijke gezangen
(1709)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijToon: Psalm 100.
I.
KOm Schepper Heil'ge Geest, en daal
In 't hert van d'uwen altemaal:
En vul met uwe Hemel-schat
't Van U herschapen herte-vat.
II.
O Gy, die Trooster word geroemt,
En 's Allerhoogsten gift genoemt,
Bron, die van levend water vloeit,
Liefd, zalving, vuur dat eeuwig gloeit.
III.
Gy, zevenvormig van uw werk,
Gods vinger, onweerstreefbaar sterk,
Beloft des Vaders, die den mond
Tot krachtig spreeken op'nen kond:
IV.
Ontsteek een licht in hert en zin,
En stort daar uwe liefd ook in:
Het geen in ons is zwak en broos
Versterk door uwe kracht altoos.
| |
[pagina 161]
| |
V.
Verdrijv den vyand verr' van daan
En schenk uw vreê van stonden aan.
Als Gy zo onze Leidsman zijt,
Word' alle quaad van ons gemijd.
VI.
Geev dat uw volk den Vader, en
Zijn eengeboren Zone kenn':
Gelijk ook U, die beider Geest
Van alle d'eeuwen zijt geweest.
VII.
Dat lof den Zoon en Vader zy:
En 'k voeg'er d'Heil'ge Trooster by.
De Zoon zend, als op 't Pinxter-feest,
De liefde-gaav ons van zijn Geest.
|
|