Mengelstoffen van vele christelijke gezangen
(1709)–Carolus Tuinman– Auteursrechtvrij
[pagina 132]
| |
Toon: La Gaillarde.
I.
GEzalfde Koning Zions, die
Het Al beheerscht, geev dat ik hulde bieê
Aan uwe Kroon, en recht erkenn'
Dat ik uw Onderdaan meê ben.
II.
Richt zelf uw Throon op in mijn hert:
Maak dat uw Wet daar in geschreven werd.
Zwaai uwen Schepter over my:
En maak van and're dienst my vry.
III.
Geef dat ik onder uw Banier
Als overwinnaar strijd, en zege-vier:
En laat, ô sterke Held, uw kracht
In mijne zwakheid zijn volbragt.
| |
[pagina 133]
| |
IV.
Schenk my de goed'ren van uw Rijk:
En maak my aan uw heerlijk Beeld gelijk.
Vereer my ook een Konings Kroon:
En doe my zitten op uw Throon.
V.
Verbreek het Rijk der duisternis,
Wiens Koning zelf in uwe kluister is.
Uw Schepper zy een yz're roê,
Die d'Antichrist eerlang verdoe.
VI.
Breid krachtig uwe paalen uit,
Dat niets de loop van 't Euangeli stuit'.
Ach dat de Jood-en Heiden-schaar
Meê tot uw Volk vergadert waar'!
VII.
Ach wanneer word die tijd vervult,
Dat Gy het Rijk den Vader lev'ren zult,
En dat de Godheid, t'zamen al
In allen eeuwig wezen zal!
|
|