Mengelstoffen van vele christelijke gezangen
(1709)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijToon: Repicavan.
I.
DRieenheid die Alleen u zelf beseft
En 't eindig Brein oneindig overtreft,
En 't
| |
[pagina 18]
| |
eindig Brein oneindig overtreft.
O vergun my 't geloven
Dat boven,
Verdorven reden zig tot u verheft.
Verdorven reden
Verdorven reden zig tot u verheft.
II.
Uw Weezen is
ô Vader, Zoon en Geest,
Steeds onvermengt en onverdeelt geweest.
Doet ons u zo regt kennen,
En wennen,
Dat Gy alleen bemind word en gevreest.
III.
Dit 's Regter, Borg
En Trooster, Een en Drie,
De Schepper, Losser, Heiligmaker, die
Het heil van de Kerke
Uitwerken;
Waar in ik al Gods deugden heerlijk zie.
IV.
ô Vader neem
Ons tot u kind'ren aan:
ô Zoon, zijt Gy de Weg waar door wy gaan:
En de Geest die geleide
Tot beide
Uit 't traanendal ons langs de Hemel-baan.
V.
Drieeenheid, zijt
| |
[pagina 19]
| |
Tot Koning ingehuld.
Uw Kerk zy met uw gaven hier vervult,
Die nu nog na uw wille
Verschillen,
Tot gy eens al in allen wezen zult.
|
|