Mengelstoffen van vele christelijke gezangen
(1709)–Carolus Tuinman– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
Toon: La Lande.I
HEmel en Aarde Bralt zijn Scheppers grootheid uit,
Die alom zig openbaarde; Ja dus roept het minste kruid:
't Was
| |
[pagina 2]
| |
dan billijk dat mijn tong
Ook haar Makers glori zong,
En zig met die Reyen paarde,
Dat het door de Wolken drong.
I I
Op dan! mijn Eere,
Zing uit 's Herten overvloed
Nu een Lofzang van den Heere,
Die zo vriend'lijk is en goed.
Of het dertel Werelds rot
Met uw Lied'ren schimpt en spot,
'k Wraak hun yd'le deunen weêr: en
Ik verheug my in mijn God.
III.
Wilt my ontsteken
Met een gloeyend' Outer-kool:
'k Zal dan Heer uw wond'ren spreken,
Als geleert in 'sHemels school.
'k Voer dan reeds der Eng'len taal;
Tot ik in uw glori-zaal,
Voor uw Throon, by 's Levens beeken,
't Driemaal Heilig meê herhaal.
I V
Kom, help my zingen,
Zions Chooren! 't Hemel-Hof,
Hooger dan de Sterre-kringen,
Moet weêrgalmen van Gods Lof.
Steenen roepen, zwijgen wy:
Of wy droevig zijn of bly,
| |
[pagina 3]
| |
't Hoogsten roem en groote dingen
Brengen eeuwig zang-stof by.
|
|