Beginzel van hemelwerk(1720)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijBestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen Vorige Volgende Verraad. Toon: Psalm 141. 1. 'T liefkoozende gevlei van hoeren, Legt enkel op verleiding toe. O! dat dan elk zich vlytig hoê, Dat hy zich dus niet laat vervoeren. 2. Ziet Delila eens Simson streelen, Tot dat hy slaapt in haaren schoot. Maar dus verraad zy hem ter dood, En bind hem vast met sterke zeelen. 3. Laat dit een zinnebeeld verstrekken, Hoe ook de wereld streelt en vleit Dien, wien zy haare strikken spreit, En in haar netten zoekt te trekken. 4. Terwyl zy schynt te willen kuffen, Drukt zy de moordpook in het hert Van die daar door geblinddoekt werd: En dat heet vriendschap ondertuffen. [pagina 175] [p. 175] 5. De honig, dien zy aan komt bieden, Is niet dan dood'lyk zielvenyn. Haar beker drenkt met toverwyn. O! wilt doch zulke laagen vlieden. 6. Dat dit ook Babels Hoer verbeelde, Met haaren gouden gruwelkelk. Zy bied dien zwymelwyn aan elk. O! wacht u van haar pracht, en weelde. Vorige Volgende