Beginzel van hemelwerk(1720)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijBestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen Vorige Volgende Oordeel. Toon: Hoe los, en broos is alles bier beneden. 1. O wat is veel aan recht bezef gelegen! Want word 'er door ons oordeel misgetast, Gewis, daar word groot nadeel door gekregen. Als ons begryp niet op de zaaken past, Men zal daar door van 't rechte spoor geraken, En volgen, 't geen wy moesten vlieden. Doch De dwaasheid, dusvergist, zegt wel: Och! Och! Maar met Och! Och! kan zy 't niet beter maken. 2. Een wyze zal de dingen ernstig wikken Door 't redenlicht, aan waarheids evenaar, Om naar den eisch der zaaken zich te schikken, En niet den schyn te kiezen voor het waar'. En velt hy dus een redenmatig oordeel, Dan is hy vry van schaadelyk bedrog. Hy kermt dan om zyn miskeur niet: Och! Och! Maar voor Och! Och! verblyd hy zich door voordeel. 3. Behartigt dit omtrent de zielenzaken, Daar 't eeuwig wel, of wee is aangehecht. [pagina 135] [p. 135] Och dat wy daar een recht bezef van maken! Dan is men wys; maar anders dwaas, en slecht. Kiest gy het best, dan is uw' keur te pryzen. Had gy gefeilt, verbetert dat dan noch. Men jammert in de hel vergeefs: Och! Och! Maar geen och! och! volgt op de keur der Wyzen. Vorige Volgende