Beginzel van hemelwerk(1720)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijBestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen Vorige Volgende Zielverheffing. Toon: Anakreon, Anakreon, de Dichter. 1. Myn ziel! wat zoekt, wat toeft gy hier beneden? Naar boven! boven is uw' Vaderland. Gy moet het slym, en lym om laag vertreden. Verslaaft gy u aan 't aardsch, 't is zond' en schand. Het ondermaansch' is 't goed der wereldlingen, Dat is het al, Wat zulk een hebben zal: Maar dat is te gering Voor 's Hemels gunsteling. 2. Wel! zal myn schat, en kroon om hooge wezen, En zal myn hart nog hunk'ren hier om laag? Neen, logge ziel! dit word in u misprezen. Wat zyt gy tot uw' eigen heil zo traag? De Heilland is ons derwaards voorgevaren. Hy heeft die baan Gewyd', en voor begaan. Hy roept van Sions top: O Bruid! kom herwaards op. [pagina 103] [p. 103] 3. Ei! hef uw' hart en oogen dan na boven, Daar Jezus is aan 's Vaders rechterhand, Al is 't nog geen aanschouwen, maar geloven. De Geest is reeds aan ons een onderpand. Dus vaart men op, gelyk met arends vlerken, Wanneer hy wekt, En zyne kracht ons trekt. Myn Heilland! trek my dan, Op dat ik loopen kan. Vorige Volgende