Beginzel van hemelwerk(1720)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijBestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] Lyden. Toon: Un coeur à beau se defendre. 1. Gy hebt lydens kroes gedronken, Heilland! die vol mengelwyn, Van den Vader was geschonken. O wat ziels en lichaams pyn Onderging gy zo geduldig! 't Geen aan ons een voorbeeld gaf. Echter waart gy zelf onschuldig: 't Geen gy droegt, was onze straf. 2. Hebt gy met bebloede schreden Heilland! 't kruispad doorgegaan: 't Past ons achter na te treden, Door de nauwe hemelbaan, Schoon door braam en dorenhagen; Hoe de helleeuw brult, en woed: Schoon men 't kruis u na moet dragen, Ja! 't besprengen met ons bloed. 3. Door dit lyden woud gy leeren Mededoogen met de smert, Die wel van de hand des Heeren, Ons ook toegezonden werd: Ja! gy rekent voor u eigen, 't Geen men aan uw' leden doet, Als een Saulus met zyn dreigen, En vervolgen bitter woed. 4. 'k Zie u voor uw' kruis ontfangen Een verheven eerekroon. [pagina 99] [p. 99] Lyders zullen ook erlangen Een volzalig hemelloon. Onderwyl zal uwe sterkte In myn zwakheid zyn volbragt: En uw' oog en hand beperkte Dezen kruislast naar myn kracht. Vorige Volgende