Beginzel van hemelwerk(1720)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijBestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen Vorige Volgende Romens kramery Toon: Petit Bourdeaux. 1. Als de malle koopliên komen, Dan ontfangen kramers geld. Dit bevind men dus te Romen, Daar men volle zakken telt. Meelis in de halve maane Komt, met misselyk gebaar, Daar het allereerst ter baane, Als het puikje van die waar'. 2. Asch, en smeersel, bullen, prullen, Schonken, bonken, lap, en leur, En meer snorrepypen, zullen, Daar geveilt zyn, elk ter keur; [pagina 87] [p. 87] Mits dat zy de beurs ontknoopen, En dan met een milde hand Van die schoone waaren kopen. Doch dat al met onverstand. 3. Nauw'lyks kan men iets verzinnen, Of daar van word geld gemaakt. Alles strekt om dat te winnen, Waar na Romen vierig haakt. Gy, die goddeloos wilt leven, En nog gaarne zalig waart: Hebt gy maar slechts geld te geven, Zyt daar voor geen hel vervaart. 4. Dus kan Romen woeker dryven, Meer dan 't oude Tyrus deê, Met de zielen, en de lyven, En zy neemt het geld in steê. Maar al deze krameryen Zyn vol leugen en bedrog. 't Was van ouds vol linkernyen: En dus is het heden nog. 5. Zal men voor een God verkoopen, 't Geen maar is een brokje deeg? Geld doet daar den Hemel open. Maar dus raakt de buidel leêg. 't Vagevuur moet yss'lyk rooken, Daar zo menig zieltje smelt, Die, zo 't waar is, komen spooken. Maar de sleutel is het geld. 6. Koopt doch niet van deze waaren, Of beziet haar eerst by 't licht. [pagina 88] [p. 88] Laat ze voor die makelaaren. Oudheids brieven zyn verdicht. Dat vernissen en blanketten Pronkt dien kraam bedrieglyk op. Laat 'er yder slechts op letten. O! dan krygt die waar' de schop. 7. Aflaatleurders, bullenventers, Misverkoopers, met den kraam Van die beend'ren, brokken, flenters, Onder overblyfzels naam. O! men moest dit 't zamen vagen, En het voeren uit de stad, Op een grooten vuilnis wagen, Die daar recht zyn vracht aan had. Vorige Volgende