Beginzel van hemelwerk(1720)–Carolus Tuinman– AuteursrechtvrijBestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen Vorige Volgende Toeven. Toon: Gelukkig, dien de Zoon. 1. O! minnelyk onthaal Aan Jezus avondmaal, Daar hy den beker schenkt, En zyne gasten drenkt Met zynen Hemelwyn, Tot vreugd' en medicyn! Wie zou doch niet verlangen, Om op een dorstig hart ook zulk een teug t' ontfangen? 2. Dan word het treurig hart Vervrolykt in zyn smart, Zo dat de tonge juicht, En haare vreugd betuigt. Laat aardelingen kost [pagina 56] [p. 56] Hun koren zyn, en most: De waare zielbanketten Zyn maar, die Jezus aan zyn vrienden voor gaat zetten. 3. Dan word de ziel gevoed, En vol van 's Heeren goed, Ook tot een hoogen trap Van heil'ge dronkenschap, En smeer en vettigheid, Als hy ze binnen leid. Maar boven zal na dezen het vol genieten van de Hemelbruiloft wezen. 4. Hier is de voorsmaak maar: Verzadiging is daar In 't waare Vaderland: Maar 't zeker onderpand Verkrygt aan zynen dis, Wie daar gerechtigt is, Zyn kruisdood te gedenken, En wien hy door zyn Geest het Bruiloftskleed zal schenken. Vorige Volgende