Over de auteur
Bart Tromp werd op 16 oktober 1944 geboren in Sneek, waar hij de Gerardus Majella-kleuterschool en de St. Thomas van Aquino-jongensschool doorliep, om daarna het Magister Alvinus-gymnasium te bezoeken. Daar verwierf hij in 1964 het diploma gymnasium-ß. Vervolgens studeerde hij theoretische en politieke sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij in januari 1971 het doctoraal examen behaalde, met de kwalificatie cum laude. Hij trad in datzelfde jaar in dienst bij de Technische Hogeschool Eindhoven (tegenwoordig Technische Universiteit Eindhoven), waar hij als wetenschappelijk medewerker, en later als wetenschappelijk hoofdmedewerker, verbonden was aan de Onderafdeling Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen. Hij doceerde daar algemene sociologie en sociologie van de stad. Vanaf 1982 is hij verbonden aan de Vakgroep Politieke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Leiden, eerst als wetenschappelijk hoofdmedewerker en daarna als universitair hoofddocent, met een leeropdracht in de algemene politicologie zowel als de politieke theorie. Daarnaast is hij sinds 1988 bijzonder hoogleraar in de theorie en geschiedenis der internationale betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam.
Zijn voornaamste publikaties in boekvorm zijn de essaybundels De samenleving als oplichterij (Amsterdam: Boom, 1977), Het falen der nieuwlichters (Amsterdam: De Arbeiderspers, 1981) en Een frisgewassen doedelzak (Amsterdam: De Arbeiderspers, 1988); de monografie Karl Marx (Amsterdam: Boom, 1983); de beleidsverkenning Nederlands cultuurbeleid en de Europese Gemeenschappen (Zeist: Kerckebosch, 1989); en de neerslag van zijn Amsterdamse oratie, Het einde van de politiek? (Schoonhoven: Academic Press, 1990). Met L. Inberg vertaalde hij Thorstein Veblens The Theory of the Leisure Class (De theorie van de nietsdoende klasse, Amsterdam: De Arbeiderspers, 1974). Daarnaast redigeerde of bezorgde hij uitgaven en vertalingen, zoals het laatste geschrift van W. Drees sr. (Marx en het democratisch socialisme, Amsterdam: De Arbeiderspers, 1979); de heruitgave van Eduard Bernsteins De voorwaarden tot het socialisme en de taak der sociaal-democratie (Amsterdam: De Arbeiderspers, 1981); de tweede vertaling in het Nederlands (sinds 1667) van Thomas Hobbes' Leviathan (Amsterdam: Boom, 1985); de redactie (met J.Th.J. van den Berg) van H. Daalder: Politiek en historie. Opstellen over Nederlandse politiek en vergelijkende politieke wetenschappen (Amsterdam: Bert Bakker, 1990); een bloemlezing (samen met M.C. Brands en R. Havenaar) uit het werk van Jacques de Kadt: De deftigheid in het gedrang. Een keuze uit zijn verspreide geschriften, (Amsterdam: G.A. van Oorschot, 1991) en de (met M.C. Brands en N.C.F. van Sas) geredigeerde bundel De veiligheid van Europa. Aspecten van de ontwikkeling van het Europese statenstelsel (Rotterdam: Universitaire Pers Rotterdam, 1991).
Hij is oprichter en redacteur van Het Jaarboek voor het democratisch socialisme, waarvan sinds 1979 zestien delen zijn verschenen; en redacteur van de tijdschriften Socialisme en Democratie (vanaf 1978), Sociologische Gids (vanaf 1976), Maatstaf (1980-1994) en Transaktie (vanaf 1972). Van 1979 tot 1985 had hij - met een onderbreking - zitting in het partijbestuur van de Partij van de Arbeid. Hij is lid van de Adviesraad voor Vrede en Veiligheid (vanaf de oprichting in 1986), en daarvoor, zolang die bestond, van de Adviesraad voor Defensie Aangelegenheden. Sinds 1979 schrijft hij wekelijks een commentaar in Het Parool.
Hij woont tegenwoordig in 's-Gravenhage, met zijn echtgenote en dochter.