Nu hij niet meer commandant van UNPROFOR is, legt generaal Michael Rose uit dat het luchtverdedigingssysteem van de Bosnische Serviërs, dat na de schertsaanval van de Navo vorig jaar werd geïnstalleerd, afkomstig is uit Milošević' Klein-Joegoslavië. De diplomatieke inspanningen van de Contactgroep blijven onderwijl gebaseerd op de idiote gedachte dat de Bosnische Serviërs en Klein-Joegoslavië niet onder één hoedje spelen.
De Contactgroep is die naam overigens nauwelijks waard. Rusland er lid van te maken, is een kolossale blunder gebleken. De Russen gedragen zich als loopjongens van Milošević. De Verenigde Staten spelen in de Contactgroep de rol van Hamlet en weten, net als de Deense koningszoon, niet wat zij eigenlijk willen - behalve dan dat het niets mag kosten. Kort geleden trad Lord Owen in de openbaarheid met de mededeling dat het eerste plan Vance-Owen - tot nu toe het minst slechte vredesplan voor Bosnië-Hercegovina - twee jaar geleden een stille dood stierf omdat de Verenigde Staten weigerden de troepen beschikbaar te stellen voor de vredesmacht die op de vredesregeling toezicht zouden uitoefenen.
In de Amerikaanse politiek past het geheim houden van een CIA-rapport, waaruit blijkt dat de ‘etnische zuiveringen’ in Bosnië voor meer dan negentig procent voor rekening van de Serviërs komen en worden uitgevoerd volgens een vooropgezet plan, waarschijnlijk met instemming en in opdracht van de Servische leiders. Aangezien men toch niet wil optreden tegen de werkelijke misdadigers, is het van belang de Serviërs over één kam te laten scheren met hun slachtoffers.
Duitsland is algemeen tot zondebok van de oorlog verklaard. Het Duitse aandringen op volkenrechtelijke erkenning van Kroatië zou de Servische aanvalsoorlog tegen Bosnië hebben uitgelokt. Maar het eigenaardige van het Duitse lidmaatschap van de Contactgroep is dat nooit duidelijk wordt wat dit ertoe doet.
Resten Groot-Brittannië en Frankrijk. In feite bepalen zij de politiek van de Contactgroep. De politiek van deze twee voormalige grote mogendheden is eigenlijk al twee jaar lang gericht op het tegemoetkomen aan de Groot-Servische ambities. Natuurlijk is dat nooit zo gesteld, maar wie kijkt naar de meest waarschijnlijke uitkomsten van de Brits-Franse politiek kan moeilijk iets anders concluderen.
12 april 1995