krijgskundige Martin van Creveld stelde tijdens een lezing in Den Haag, meteen na het zogenaamde einde van de oorlog, al vast dat uit deze veldtocht geen enkele militaire les viel te trekken, net zomin als uit het vertrappen van een muis door een olifant.
De Amerikaanse ‘overwinning’ in Irak werd behaald op een zwak leger in staat van ontbinding dat zich op conventionele wijze teweerstelde. In het najaar van 2002, ver vóór officieel tot de oorlog werd besloten, had in de Verenigde Staten een simulatie van de invasie van Irak plaats. Een gepensioneerde generaal van de mariniers speelde de rol van de Iraakse opperbevelhebber. Tegenover de superieure Amerikaanse aanvalsmacht stelde hij asymmetrische oorlogvoering. Dat wil zeggen dat hij de ‘Iraakse’ troepen niet inzette op de wijze die de Amerikanen wensten, maar juist op een manier waarmee ze niet uit te voeten konden. Zo gebruikte hij motorordonnansen in plaats van elektronische communicatie, zag hij af van statische en massale verdedigingslinies en dwong hij de aanvallers tot straatgevechten, waarin hun technologisch overwicht niet tot gelding kon komen. De oefening werd voortijdig afgebroken omdat de Amerikanen te grote virtuele verliezen leden.
Maar lessen werden er door Rumsfeld niet uit getrokken en evenmin wilden hij en Franks onder ogen zien dat er veel meer troepen nodig waren om in Irak orde en rust te scheppen en te handhaven. Wat we nu al bijna twee jaar in Irak zien, is asymmetrische oorlogvoering. Talibanstrijders en aanhangers van Al-Qa'ida zijn nog steeds actief in het noordwesten van Pakistan en het aangrenzende deel van Afghanistan. Tussen de tien- en twintigduizend man speciale Amerikaanse eenheden zijn daar nu al drieënhalf jaar vergeefs op jacht naar Osama bin Laden.
Amerika geeft meer uit aan defensie dan de vijftien volgende grote staten bij elkaar. Geen enkele andere staat komt in de buurt van de technologische kwaliteit van het Amerikaanse militaire apparaat. Niettemin zit het land al jaren vast in twee kleine oorlogen die het niet wint.
Het lijkt er daarom op dat de Amerikaanse defensiepolitiek strijdkrachten en een militaire strategie heeft opgeleverd die onge-