gewerkt, allereerst in een snel toegenomen wantrouwen tegen de islam in het algemeen en de islamitische immigranten in het bijzonder. De onaangename manifestatie daarvan was een golf van agressie tegen moskeeën, asielzoekerscentra, islamitische instellingen en individuele moslims. De politieke vertaling hiervan is een onmiskenbare ruk naar rechts geweest. In alle verkiezingen die na de 11de september in Europese staten werden gehouden, tekende die zich af: Denemarken, Italië, Portugal, Frankrijk en Nederland. Sociaal-democratische partijen vormden de voornaamste verliezers, maar de winnaars waren vaak niet de traditionele rechtse of centrumpartijen, maar nieuw-rechtse, populistische bewegingen, zoals hier de Lijst Pim Fortuyn. Zulke partijen zijn niet ontstaan als gevolg van 11 september. Maar 11 september was wel een katalysator bij het mobiliseren van kiezers voor een programma dat enerzijds ‘de gevestigde partijen’ aanviel uit naam van ‘het volk’ en anderzijds inspeelde op onzekerheid, ontevredenheid en ressentiment onder grote delen van de bevolking.
De grootscheepse immigratie van moslims in West-Europa was hierbij een voor de hand liggend aangrijpingspunt, omdat deze het meest tastbare bewijs vormde van de abstracte processen van mondialisering die ten grondslag liggen aan het ongenoegen waarvan de nieuw-rechtse partijen het moeten hebben. Het is immers een ongenoegen dat voortvloeit uit het gevoel dat men wordt geconfronteerd met ontwikkelingen waarop geen greep meer valt te krijgen via de vertrouwde instrumenten van de nationale staat.
Het paradoxale van deze ontwikkeling is dat de opkomst van nieuw-rechts door precies dezelfde factoren is bepaald als die welke het islamitisch fundamentalisme tot bloei brachten. Ook dat is een reactie op mondiale processen die van buiten komen en vertrouwde levensvormen hebben uitgehold. Mondialisering staat hier gelijk aan verwestersing, waarna de oplossing wordt gezocht in een terugkeer naar de oorspronkelijke, ‘zuivere’ islam, die zich weer wel laat gebruiken als een programma van terreur tegen ongelovigen.
Aantasting van de rechtsstaat, een misschien wel niet meer te overbruggen kloof tussen de Verenigde Staten en Europa, en de op-