Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II(1974)–Tymen Trolsky– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 176] [p. 176] N.a.v. de foto van de dode Indiaanse Snoecks Almanak '74, pagina 59 I Nooit heb ik begrepen wat wreedheid is, hoe 't gebruikt werd, door wie en waartoe... Wreedheid is wat onherstelbaar, wat jouw gemis, en van dood niet meer levend te maken is. Nooit heb ik begrepen waarom ik dít leven kreeg, 'n leven dat zo vol van wreedheid, zo leeg aan liefde, teder- en mogelijkheid is, zo rauw!, en zo vervuld van wreed gemis aan jou! Wreedheid was 't mes dat genadeloos bewees harder te zijn dan jouw zacht vlees, wreed waren de vervloekte handen die niet ombrachten hen die jou aanrandden. Indiaanse, ik verscheur mezelf om dit ene gemis: dat jij niet meer weet hoe wreed dit leven is! [pagina 177] [p. 177] II Vannacht heb ik met je geslapen, ik trachtte jouw lichaam dat 'r niet meer is, dat aan stukken werd gesneden, radeloos nog wat liefde te geven, de pijn te verzachten. Ik schreeuwde, ik vloekte, ik vertelde je - hoe vaak al! - dat ik hen zeer wreed doden zou, in stukken snijden en hen, zoals zij jou, aan de piranha's zou voeren, uit bittere wraak! Hoe vaak heb ik hen nu al doodgebeten, als 'n wilde, krankzinnige hond aan stukken gereten, hoeveel geweren razend op hen leeggeschoten, hoeveel messen diep in hun vuile buik gestoten?! Maar licht ik nu, om je zachtjes te bijten, 't dek, dan bijt ik opnieuw wild en snikkend in 'n lege plek. Vorige Volgende