Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II

[p. 164]

Plato

Jij vlecht zo beeldig aan je macramé-
hesje, bereidt zo trouw ons bordje bonen, -
jij verbeeldt beslist Plato's centrale Idee
van 't Wonderschoone.

Jij voedt mij en hebt mij nooit misdeeld,
ik noem jou ontroerd: ‘m'n kleine spinne!’,
want wij vormen beslist getrouw 't beeld
van de middeleeuwse ‘minne’.

De poes rekt zich en laat 'n windje,
wat geen wonder is want zij is krols.
Jij drinkt luid slurpend je pintje.

Ik spuug en vloek en zeg: M'n kindje,
neem deze fles: tik!, d'r klinkt wat hols:
haal snel even 'n nieuw kruikje bols!’