Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II(1974)–Tymen Trolsky– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 120] [p. 120] XIV Troosteloos zat ik bij 't haardvuur, piekerend, te lurken aan de koffie die jij me zo gedienstig had aangeboden: jij zat naast me en ik dacht: of je nu je hurken aan de botten van dode schakers of dode dichters gaat zitten schurken..., 't is - eigenlijk! - één pot nat, tenslotte zat je alleen nog maar met 'n hele krat gedichten of stellingen die niet meer te ontkurken vielen en 't vergalde je leven. Ik besloot nooit meer te schaken. Want je kon toch de dood beter verbeiden met 'r maar wat op los te dichten, en hier en daar 'n wijsgerig dekseltje op te lichten: de vakantie was voorbij: je had me gruwelijk gefopt, nooit voelde ik me na zoveel rust zo afschuwelijk afgetobd!!! Vorige Volgende