Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II(1974)–Tymen Trolsky– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Daar zat jij en speelde op je gitaar Opgedragen aan Habakuk II de Balker Ach, verloren onder de spijkers, dunne populieren, stoffig staand op hun balk, hun woestijn, kruipend over verschopte scharnieren die piepend naar oud roest zoeken - hun liefde, hun heimwee -, eenzaam onder de idiote denneappels - doodgetokkelde liederen, eenzaam als 't haar in 'n oude eekhoornstaart, dun en grijs -, liggend onder de versleten pennen, potloden, hikkende puntenslijpers - dode dichters! -, blind en uitgemergeld: daar zat jij en speelde op je gitaar. Daar, in maanbeschenen nachten: hoe vaak zat jij daar niet, hoog op je ros - je waanzin -, je karabijn in de aanslag - je pen! -, je gordel gevuld met patronen, rakelings schietend op laagvliegend dichtwild, idioot, geluidloos lachend. Je schoot huiveringwekkend scherp dichters als duiven uit de lucht en borg ze in je weitas, je woord: 't papier snikte, vertoonde brandgaten! Nu zit je, oud en wijs op je bladerhoop, grijs en uitgeput als 'n steen; je stoffig lied kraakt als 'n uil in 'n urn, je snikt: je laatste snaar knapte! [pagina 90] [p. 90] Je gitaar stamelt, stommelt, ligt verlept als 'n bloem 'n kraai, 'n laatste kreet: zwarte ruggegraat, door mossen bereden. Je paard - je waanzinnig heimwee - hinnikt, ligt uitgeput, vreet krakend dode encyclopedieën leeg, z'n eeuwig dauwloos gras, vreet dundrukedities troubadoerslyriek, z'n haver. Op 'n stapeltje ligt 't allemaal bij elkaar: de verroeste sporen, verroest ritme, 't gebroken rijm, uitgeputte metaforen, 'n huilende hendiadis. Je ros spuugt, kraakt, kruipt hijgend nog eenmaal overeind je gezicht - je laatste gedicht! - met schuim overspattend, zet koers dodenrijk, Lethe met jou, snurkend, je schaamteloos schurkend, geen geestrijk lied nog ontkurkend, goedmoedig grommend, kwijlend op z'n rug. Splinters heimweeïge gitaar en mij, verliefde!, achterlatend. Vorige Volgende