Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II

[p. 79]

XI Ach, droevig drupt de kraan
Opgedragen aan Henna

Ach, droevig drupt de kraan,
't gerafeld, moegehangen washandje
zucht bij z'n zoveelste omhelzing
van 't verweerd blokje Sunlight zeep
en schuurt de ongeschoren wang...
ach, droevig drupt de kraan.

Verbitterd, vol heimwee herdenkt
hij de tijd dat hij hing naast 'n handdoek
die dienaar is geworden,
dienaar van 't vuilnisvat,
ach, vernederd tot vaatdoek,
en eens z'n geliefkoosde hoeder en broeder.

En dan te denken aan de tandenborstel,
treurig piekerend in z'n troosteloze beker,
hij vergaart stof en vergeelt
en vergeet z'n liaison van vroeger
met de spin boven de spiegel,
verdroogd waaiend in z'n web.

Ach, droevig drupt de kraan,
't pak Dreft is ook leeg,
de spons krimpt,
de wasbak is gebarsten,
de stop is ook niet meer wat ie was,
alles lekt!:
ach, droevig drupt de kraan.