Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II(1974)–Tymen Trolsky– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] IX Diergedicht (oftewel: Pauselijk schreeuwend) Zwart en bekleed met galbulten betrad hij 't veld 't was eigenlijk niet om aan te zien, slijm en ketter dropen sloom uit z'n rug, 't priestergewaad ving veel op: maar niet álles! Onder horzels en wrattenbijters roeide argeloos 't gerucht rond dat hij 'r zelf schuld aan had dat hij alles mee z'n bed in gesleept had, van rode smalbok tot loopse harkwesp, geen onderscheid in rang, ras of geboorte, en dát kan toch niet bij 'n priesterlijke hoog-ijdele aardhommel! De kardinaal had 'n legertje mutsmotten ten velde uitgezet, pauselijk schreeuwend: vermoordt 'm, vermoordt 'm! en die ook daar, die geelrode sikkelwesp en die gestreepte kniptor, allemaal handlangers van de stille, biddende, gekscherende aardhommel die jullie híer moeten brengen, hoog-ijdel of priesterlijk! opdat ik zal oordelen en vloeken en de knoopmier en urntjeswesp hun werk laten doen! Vorige Volgende