Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II(1974)–Tymen Trolsky– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] III De regen kruipt over de nacht, de duif, die dromerig in jouw haren pikt, de wind: 'n oud paar sokken rukkend aan 'n waslijn, ver weg, vergeten - 'n dronken dwerg, die hoestend uit z'n hol komt, met gespleten schedel. Ik zit beschonken onder m'n schemerlamp, tracht duiven te vangen, wat fietsende liefde afbrokkelend boven m'n papier, de hengel die knapt, de vis die rechtop brandt als 'n lamp in 'n knotwilg, de winter die schreiend kurken trekt. Zo ga ik naast je liggen, 't gras is nat, hinnikt, kookt worteltjes op gas, 't prikkeldraad dat krakend van 'n paardehals roest eet en de maan groet die zich warmt aan dode dichteroren: ik lik je lippen! Vorige Volgende