Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II(1974)–Tymen Trolsky– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Vernietigend is deze stad Vernietigend is deze stad gehuld in donkere, nachtelijke rook waarin standbeelden mompelend hun krakende verzen opzeggen waarin de stenen van de straat sputterend en spugend opkruipen tot gedrochten van heksen met marmelade bulten over hun borsten gekweld door kwijl dat bij vlagen onverzettelijk zingt over jassen en kudden hermelijnen gedreven onder de stok van de stank. Aliesje! jij bent 't kind 't donker kind dat tussen sterven en zingen wappert aan de tepel van de grootste, wind schrokkende heks! Dat kind, dat zingt in de wind de krankzinnige ode over tepels en vogels een lied dat rafelend afbreekt... Dat kind, dat zingt in de wind over lantaarns hakkende dwergen die zorgeloos oprukken onder 't groene vaandel van gekscherende ganzen en telepatische tenen telefoonmasten en gekrenkte liederen inslaand, en liederlijke oden over gebroken drempels smokkelend.. Dat kind, dat oksels om zweet bedelt dat van 't schaamvocht drinkt van de melk en nacht morsende heks dat kind... Aliesje dat kind... [pagina 51] [p. 51] Nee, nee, niet dat kind: Aliesje: zíng, zíng in de wind!!! Vorige Volgende