Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II(1974)–Tymen Trolsky– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Ginds! ginds! Ginds! ginds!, waar wind de tong van jute trekt uit kieren dof van dronken schimmels weet ik, weet ik jou, Aliesje en strompel, strompel voort over schurftige keien waar wind doorheen rakelt als door de scheuren in 'n oude vermolmde kever. Aliesje, uit die vunzige greppel van de nacht zal ik jou beuren, jou kussen en kleden, door vlagen nacht zul jij lopen, jouw keep geranseld, geroofd door de wind, jouw haren jankend, snikken likkend uit holle handjes van de mot. Maar ginds! ginds! waar 't krijsen is 't striemen van de nacht waar de wind jakkert aan de ruiten waar 'n kat gillend siddert in vlagen wind dáár, daar zul jij niet blijven ik kus, kus 't gruizelend kruipen van stenen in handen die krimpend katten strelen ik til in hortende omhelzing de warme vacht van lief en leed aan de borst die huilt en zingt om waanzin en ellende waar jij bent, Aliesje waar de dorre heks van de winter stuipen telt, waar stervende krekels flakkeren in de lamp van de immer skeletvillende dood in die nissen, daar, Aliesje daar zul jij niet blijven ik zal 'n suizende sprong voor jou roven [pagina 45] [p. 45] van de mand beurende, nacht telende Dood! Vorige Volgende