Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II(1974)–Tymen Trolsky– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Fabeltje (over de mol, kever, krekel, mier, sprinkhaan of wat 't dan ook heeft mogen zijn; aanschouwelijk verteld) Met de rode spikkels van de geroofde kriekels nog om z'n bek wroette-n-ie zich boven de grond: ‘ha, ha’ als 'n reuzeluis véérde-n-ie uit de zwarte aarde omhoog en zette-n-'t op 'n lopen onderwijl ja onderwijl krukjes fabricerend uit zwart vermolmd musterdhout voor 't geval ha ha hij z'n beste beentje niet meer voort zou kunnen zetten ‘wie krijgt mij!’ schilfertjes waaiden op bij 't kerven van de krukjes die... die... die nodig waren ja want daar ging ie glippend over 'n slakkespoor en toen toen futselde-n-ie de krukjes onder de oksels van z'n pootjes en rende, rende door voor z'n leven en lachte ‘ha, wie krijgt mij ik kan rennen, lopen, springen wie krijgt...’ bats, daar lag ie want: de krukjes waren vermolmd en 't gevaarte... 't gevaarte ging voort en verpletterde-n-'m! [pagina 33] [p. 33] moraal: zo ziet u lach nooit voordat u zeker weet dat uw krukjes niet vermolmd zijn. Vorige Volgende