Voorwoord
Het geheel van omstandigheden, in dit deel behandeld, rechtvaardigt de titel
‘Branding’, daaraan gegeven. Terwijl de strijd voor het algemeen kiesrecht
in het tijdperk, in dit boek beschreven, zijn hoogtepunt en voorloopig
sukces bereikt, staan op den achtergrond van hetgeen in onze binnenlandsche
politiek plaats vond, de toenemende bewapening en oorlogsstemming in Europa
met tegelijkertijd de daardoor gewekte vredesaktie der socialistische
arbeidersbeweging. Scheuringen, zoowel in het persoonlijk leven als in het
partijleven, grijpen plaats. De herziening van het Beginselprogram legt de
grondslag zoowel voor een meer bewuste sociaal-demokratische opvatting als
voor de konsolidatie der Partij in het algemeen. Er is echter geen sprake
van, dat de arbeid aan mijn levenstaak rustiger en gemakkelijker wordt, het
tegendeel is het geval. Het gevolg is de inzinking mijner krachten, waarmee
dit boek eindigt, na de opeenstapeling van moeilijkheden, die mij niet
bestand deden blijven tegen de zedelijke en geestelijke schokken, door de
wereldoorlog veroorzaakt. Intusschen vind ik in dit tijdperk in mijn tweede
huwelijk de groote steun, die ik zoozeer behoefde.
Het plan, waarop mijn arbeid zich beweegt, is door de groei der Partij en de
zwaarder eischen, aan haar gesteld, verhoogd; haar beteekenis voor ons
politieke leven heeft zich gevestigd en steeds meer vergroot. Het werk in
haar dienst wint aan belangrijkheid, bevredigt de naar idealen strevende
geest en eischt steeds meer zelfbeheersching en geestelijk
weerstandsvermogen. Zoo wordt ook in dit deel een stuk groei beschreven;
leven is groei; als het ophoudt dit te zijn, nadert het einde.