ven van dit boek een groot genot. De persoonlijke
omstandigheden, waaronder dat moest plaats vinden, waren in zekeren zin zoo
ongunstig mogelijk. Ik heb voor dit werk geen letter zelf op papier kunnen
zetten. Sedert de laatste 60 pagina's van het eerste deel, nadat een
beroerte met verlamming aan de rechterzijde mij daartoe noodzaakte, heb ik
tot dikteeren mijn toevlucht moeten nemen. Het tweede deel eischte
raadpleging van allerlei gegevens, die in bibliotheken en elders moesten
worden verzameld. Aan hen, die daarbij of op andere wijze bij het
samenstellen van dit boek mij van dienst zijn geweest, mijn hartelijken
dank.
Maar het zou mij onmogelijk zijn geweest, onder de zoo ongunstige
omstandigheden mijn werk te verrichten, indien niet jonge krachten, mij, den
invaliede, hadden geholpen. Ik heb hierbij voornamelijk te noemen mijn
eersten sekretaris, H.B. Wiardi Beckman, die mij èn wegens zijn bekwaamheid
èn wegens zijn hoogstaande en aangename persoonlijkheid den arbeid aan dit
boek zeer heeft verlicht en tot een voortdurend genoegen heeft gemaakt. Ook
mijn tweeden sekretaris, H.W. Sandberg, ben ik wegens zijn ijverige en
belangstellende medewerking grooten dank schuldig.
De stof, in dit deel behandeld, eischt van den lezer meer dan die van het
eerste deel. De ontvangst, dat eerste deel vooral in de kringen van Partij
en Vakbeweging ten deel gevallen, geeft mij het recht ook voor dit boek de
noodige belangstelling te verwachten.
Zoo werd en wordt het schrijven van dit boek in tijden van ziekte en
invaliditeit voor mij het middel, om van mijn leven te maken, wat er nog van
te maken is en den band met de socialistische arbeidersbeweging te
onderhouden en te versterken.
Scheveningen, Sept. 1928
TROELSTRA