Gehuwd en ongehuwd
(1967)–C.J.B.J. Trimbos– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
Hoofdstuk 2/Sexualiteit en oudere jeugdGa naar voetnoot*Toen dit boek acht jaar geleden geschreven werd was het probleem van de jeugdsexualiteit met name van het voorechtelijke geslachtsverkeer nog niet zo actueel als thans. Vele ouderen vinden dit een verontrustende actualiteit. Ouders weten veelal geen raad met hun grotere kinderen. In dit hoofdstuk willen we enkele aspecten van deze voorechtelijke sexualiteit eens nader bezien. Het is wel duidelijk dat de huidige spanningen tussen de generaties, die tussen ouders en kinderen, voor een niet gering deel bepaald worden door het verschil in waardering van de rol, die de seksualiteit met name bij de relatievorming speelt. Nu is het beslist geen nieuw verschijnsel, dat de generatie der ouders de volgende generatie slechts aarzelend en pas op de lange duur als volwassen ziet, dus als mensen met ook een eigen verantwoordelijkheid en een eigen morele standaard, die evenzeer de moeite waard kan zijn en een even hoog - hoewel ander - niveau kan hebben dan de hunne. Ieder die tot de oudere generatie behoort - zeker als hij als gehuwde zich tot ongehuwde jonge mensen richt - dient zich dan ook van dit verschil bewust te zijn, zeker in onze tijd. Dit voorkomt niet alleen een deel van de misverstanden, die de communicatie tussen de generaties vaak zo verslechteren, maar het is tevens een voorwaarde om de elementaire en waardevolle aspecten van de sexuele cultuur te kunnen overdragen. Terwijl de oudere generatie vaak nog bezig is een geestelijk en | |
[pagina 39]
| |
moreel benard verleden van zich af te leven, van zich af te schrijven of te spreken en daar vele boeken, tijdschriften en bladen mee vult, vraagt de jongste generatie zich af wat dit allemaal te betekenen heeft en of dit nu nodig was. Deze jeugd heeft beslist niet het volle begrip voor de emotionele toon, waarop de oudere generatie soms spreekt over geboortenregeling, masturbatie, sexuele taboes en wat dies meer zij. De aanklacht, het verzet en de beeldenstormerij, die soms in deze emoties doorklinken mist men veelal in hun instelling. Waarom ook niet? Het is vaak verheugend en soms ook wel onthutsend te ervaren, hoe deze jongere generatie kennelijk vrijer ademt, meer ruimte heeft, vrijblijvender en meer nuchter staat. Zij zien hun sexualiteit niet zo zwaar en beladen, niet zo belangrijk ook, als de worstelaars uit enige generaties vroeger, die kampten met een caricaturale kuisheid. Worstelaars, dat kan men telkens weer in de praktijk ervaren, die lang niet allen onbeschadigd uit deze strijd te voorschijn gekomen zijn, wier huwelijksleven of celibataire bestaan onvolgroeide, scheve, obsederende of verkommerde vormen van sexualiteit te zien geven. De oudere generatie is in haar jeugd vertrouwd geraakt met de opvatting, dat het een uitgemaakte zaak was, dat alle wijsheid, vooral op het gebied van het geslachtsleven, van de volwassen generatie kwam; dat de jeugd onmondig was en moest zijn ten aanzien van huwelijks- en geslachtsleven; dat iedere eigen geslachtelijke ervaring vóór het huwelijk met het grootste wantrouwen en met afkeuring beschouwd moest worden en dat elke wetenswaardigheid op sexueel gebied eerst en vooral een moreel aspect had. Jonge mensen werden, naar een typering van Romein, behandeld als ‘katten, die men het snoepen wilde afleren’. Deze afperkende, bevoogdende instelling is ongetwijfeld aan het verdwijnen, hoewel niet in het tempo dat men soms wel zou wensen. Vele ouderen zijn het er eigenlijk in hun hart over eens - ook al spreken ze dit niet altijd meer uit - dat beheersing, tucht, reserve, zonde, angst, discipline, verdringing, sublimering, onthouding (ook wel | |
[pagina 40]
| |
kuisheid genoemd) en andere soortgelijke begrippen de voornaamste les zijn, die men de jeugd voor te houden heeft en die men hen zelfs zo nodig dient in te hameren. Voor vele ouderen is het een pijnlijke ervaring te moeten vaststellen, hoe de eeuwenoude, in een andere tijd tot stand gekomen, traditioneel westers-christelijke sexualiteitsopvattingen bloot staan aan scherp en kritisch onderzoek en vaak door de jeugd als aftandse heilige huisjes aan de kaak gesteld worden. Het is deze pijnlijkheid, die een der emotionele ondergronden uitmaakt van de huidige strijd tussen ouders en kinderen. Het is de ervaring dat de oudere, laten we zeggen Victoriaanse, taboementaliteit, zo veel stoornissen (huwelijks- en sexuele stoornissen, maar ook de sexuele criminaliteit) veroorzaakt heeft, die de huidige open en meer vrijblijvende instelling stimuleert. Men zou dan ook bij onze jonge mensen deze meer gezonde, minder benauwde en vrijere instelling ten opzichte van de eigen volwassen wordende geslachtelijkheid rustig de ruimte kunnen geven, zich laten ontwikkelen zonder veel verbodsbepalingen van ons, ouderen, aan te brengen en zonder te veel moraliserende geschriften daaraan te wijden. Men zou - zich onthoudend van het aanbrengen van een al te grote gewetensdruk - zeker in overeenstemming handelen met het moderne opvoedkundige denken, dat immers zoveel mogelijk de groei vanuit de eigen innerlijkheid, de ontwikkeling tot een authentieke volwassenheid wil bevorderen en slechts directief wil optreden als het beslist niet anders kan. Men zou het opgroeiende kind en de jonge mens zijn eigen sexualiteit willen laten ontdekken, hem ermee willen laten experimenteren: eerst alleen, later met anderen, met eigen seksgenoten en weer later in de zelfontdekking van de zich evoluerende sexuele contacten. Men zou hem zelf de waarde en de betekenis ervan willen laten naspeuren. Kortom men zou, met groot vertrouwen in de zelfregelende krachten, deze sexuele volwassenwording aan de jonge mens zelf kunnen overlaten, ware het niet, dat 's mensen sexualiteit nu eenmaal niet iets geheel vrijblijvends is, en ware het niet dat de sexuali- | |
[pagina 41]
| |
teit zoals dat in alle culturen altijd het geval geweest is, een grote betekenis voor de gemeenschap in haar geheel heeft. Onervaren als de jonge mens nu eenmaal is, moet hij zelf een weg zoeken op een levensterrein, waarvan de uitzonderlijke waarde, en het uiteindelijk belang pas veel later in zijn leven kunnen blijken, terwijl hij weet, of althans zou moeten weten, dat vroege vergissingen of fouten in het sexueel contact of de relatievorming zich later onherstelbaar kunnen wreken. De op zich zelf genomen juiste instelling om naar een volwassen huwelijksleven te groeien via een zelf vertrouwd raken met de sexualiteit; de instelling, die het zelf doorleven en verwerken, die de eigen persoonlijke ervaring belangrijk acht, heeft derhalve noodgedwongen een aanvulling nodig door van buiten (van ouderen) komende informatie, vorming, voorlichting, bezinning en - in een vroeger stadium - opvoeding. Zonder een (door anderen aangereikte) visie op de betekenis, die de relatie der seksen kan hebben, lijkt het niet wel mogelijk zijn weg te vinden in een groeiende geslachtelijke relatie. En deze visie zal dan - althans voor een deel - aangeboden moeten worden door een oudere generatie, die ervaren heeft wat deze relatie is, wat huwelijk is en wat het niet is. Vandaar dat onderstaande overwegingen mogelijk ook voor jonge lezers enig nut kunnen hebben. | |
Onvolwassen sexueel gedragDe huidige veranderingen in het sexuele gedrag willen we in deze paragraaf in enkele punten toespitsen op de generatie der aankomende volwassenen. Voor hen is de erotiek veel minder schuldbeladen dan voorheen het geval was. De sexualiteit heeft een eigen en ook door hen openlijk verkondigde nieuwe betekenis en waarde gekregen. Daarom is de aanduiding voor deze ingrijpende verandering ‘van steelse liefde tot speelse liefde’, meer dan een aardige woordspeling. Wie enigszins op de hoogte is van het gedrag van jeugdige men- | |
[pagina 42]
| |
sen, wordt veelal getroffen door de vroege leeftijd waarop hun sexuele activiteit reeds blijkt. De gemiddelde huwelijksleeftijd is gedaald. Het teenagerhuwelijk is geen uitzondering meer, voorechtelijk verkeer is eer regel dan uitzondering, de promiscuïteit onder jonge mensen schijnt niet gering te zijn en ook meer problematische zaken als abortus, ongehuwd moederschap, geslachtsziekten, onstabiele huwelijken of echtscheidingen behoren tot de directe levenservaring van menig nauwelijks nog volwassen jongen en meisje. Hoe valt dit te rijmen met de toch nog duidelijk aanwezige normering binnen onze westerse gemeenschap? Velen, zowel in religieuze als niet religieuze kringen, huldigen immers nog de opvatting dat geslachtsgemeenschap een bevestiging inhoudt, iets definitiefs is, een fase afsluit en een nieuw tijdperk inluidt in de levensgeschiedenis van de twee geslachtspartners. Zoals in hoofdstuk 4 nog nader zal worden betoogd behoeft geslachtsgemeenschap een definitief kader, nl. dat van het huwelijk. Deze opvatting kan als min of meer algemeen geldende norm in onze samenleving gelden. Met opzet wordt hier gesproken van norm en niet van praktijk, want ieder weet hoe veelvuldig deze norm overschreden wordt. Daarmee heeft de norm als zodanig echter niet afgedaan, al wordt zij er wel steeds meer door uitgehold. Geslachtsverkeer tussen niet-gehuwden bestaat niet ten aanzien van het forum der gemeenschap, het is een geheim. Verloofden, evenals trouwens niet-verloofden houden het intieme karakter, dat hun relatie kan dragen, verborgen. Zij wonen niet samen en trachten veelal in hun doen en laten zo goed mogelijk de verdenking op intiem contact te voorkomen. Dat wil zeggen, dat zij de officiële norm nog wel kennen, al achten zij deze in hun geval niet van toepassing: met een goed geweten, maar vaak ook met een kwaad geweten. Deze norm, die direct voortvloeit uit de tradities, die onze samenleving gemaakt hebben, verliest thans hand over hand aan betekenis en gaat plaats maken voor een grotere mate van persoonlijke stellingname. Er zijn immers de sterk toegenomen sexueel stimulerende omgangsvormen, die nog net geen geslachtsgemeen- | |
[pagina 43]
| |
schap zijn en als ‘petting of petting to climax’ (orgasme) bekend zijn. Sexuele relaties, die lijken op min of meer definitieve vormen van man-vrouw relatie, reeds lang voor het huwelijk, zijn geen uitzondering. En ook de getallen over gedwongen huwelijken of ongehuwd moederschap geven enig idee over de mate, waarin de norm overschreden wordt. De omvang van deze vormen van buitenechtelijk sexueel gedrag is, bij gebrek aan gegevens niet in getallen aan te geven. Buitenlandse onderzoekers, vooral amerikanen, wijzen op een zeer verbreid voorkomen. Publikaties over premaritaal geslachtsverkeer spreken van 50 pct (Kinsey), 50 tot 70 pct (Terman), 52 pct (Burgess), 90 pct (Carlsson in Zweden). In Nederland en België zal dit waarschijnlijk niet veel anders zijn. Wij weten uit berekeningen van Godefroy, dat één op iedere vijf bruiden in Nederland zwanger is, dus 20 pct van onze huwelijken is als het ware gedwongen. Wat zijn de oorzaken van deze onrijpe, vroege en soms te vroege sexuele relatievorming? Velen zijn het er over eens, dat de biologische geslachtsrijping op een vroeger tijdstip optreedt. Dit hangt samen, meent men, met het ‘acceleratieverschijnsel’, het van generatie op generatie toenemen van de gemiddelde lichaamsgroei. Met zekerheid is vastgesteld, dat de leeftijd waarop de eerste menstruatie bij meisjes in onze cultuur optreedt, in deze eeuw gemiddeld één à twee jaar eerder valt dan een eeuw geleden. De emancipatie van de vrouw en de vrijere omgangsmogelijkheden van de meisjes hebben de leeftijd van de sexuele relatievorming flink verlaagd. De sociale veranderingen, waarin de jongere generaties leven, hebben ook meer mogelijkheden geboden tot vroegtijdige sexuele activiteiten. De verstedelijking heeft de sociale controle, die in vroegere kleinere en meer besloten gemeenschappen bestond, vrijwel opgeheven. Het instituut van toezicht, het chaperonneren, is als ouderwets verworpen. De uitgebreide contactmogelijkheden hebben de jongeren meer buiten het gezin gebracht. Hierdoor en mede door het afnemen van het ouderlijk gezag gelden voor jongeren andere voorbeelden dan waar men thuis waarde aan hecht. De | |
[pagina 44]
| |
eigen jeugdgroep geeft het voorbeeld en stelt de normen. Ook het sexuele gedrag wordt door deze groepsopvattingen sterk beïnvloed. Veelal is de invloed van de ouders beperkt tot ietwat angstige, en onwennige vragen als ‘Waar ben je geweest?’, ‘Met wie ben je uit geweest?’, ‘Wat hebben jullie gedronken?’ en dergelijke. De jeugd gaat dan ook veelal haar eigen gang, ook op het voor hen nog onbekende terrein der sexualiteit. De prikkelende invloed van de moderne ‘spectator-sex’ heeft ongetwijfeld ook invloed op een vroeger ontwaken van sexuele gedragsvormen, terwijl de grotere financiële mogelijkheden van menige jjongen en meisjes hun invloed hebben op de veelvuldigheid en aard van hun ontmoetingen en relatievorming. Tenslotte zij hier nog genoemd de waardering (overwaardering) voor de romantische liefde, die thans als massaverschijnsel binnen het fantasiebereik van vele jeugdigen komt. De steeds duidelijker en meer openbaar wordende verschillen tussen theologisch-ethische (vaak als ouderwets beleefde) normen en de popularisering van medisch-psychologische of sociologische opvattingen leidt tot een vermindering van het traditionele gezagselement en stimuleert het zoeken naar nieuwe, antitraditionele levensvormen. Dit vroegtijdig erotisch en sexueel ontwaken is vaak afleesbaar uit de wijze van kleding en opmaak van vele, nog zeer jonge meisjes - zeker ook in arbeiderskringen -, waarmee een erotiserend effect wordt beoogd. Het lijkt meer dan de verzuchting van een oudere generatie, als vastgesteld wordt dat jonge mensen op sexueel gebied thans te veel en te vroeg actief zijn. Als Kinsey's gegevens, dat de grote meerderheid der amerikaanse mannen en bijna de helft der vrouwen geslachtsverkeer hebben gehad vóór het huwelijk, juist zijn, dan behoeft het geen diepgaande analyse om aan te nemen, dat velen van deze ‘definitieve’ seksvormen tussen onvolwassen en onrijpe mensen plaats vinden. De vormen van volwassen sexueel gedrag (geslachtsgemeenschap) worden reeds vroeg nagestreefd. ‘Amerikaanse teenagers lijken meer te leven, alsof de adolescentie een laatste levensstorm betekent dan dat deze een voorbereiding op de toekomst zou zijn’, schreef Time onlangs. | |
[pagina 45]
| |
Het oude maagdelijkheidsideaal voor de bruid en in mindere mate voor de bruidegom is dan ook snel aan het verdwijnen. Men hoort zelfs al meisjes ‘maagdelijk’ noemen, als zij het huwelijk ingaan terwijl ze alleen sexueel verkeer gehad hebben met hun toekomstige echtgenoot. De devaluatie van begrippen als kuisheid en maagdelijkheid is daarenboven sterk bevorderd als reactie op een eenzijdig en verkeerd gebruik ervan in het recente verleden. Het lijkt juist om ook voor ons land een zich met het jaar veranderende instelling aan te nemen. Als men zijn oor te luisteren legt, is ook in kringen van religieus opgevoede en levende jonge mensen een nieuwe waardering van dit alles bespeurbaar. Op een enkele uitzondering na blijft men vrijblijvende sexuele contacten en affaires nog van de hand wijzen en heeft men het oude motief daarvoor: het opdoen van technische ervaring, doorzien en onhoudbaar verklaard. Men blijkt gelukkig romantisch genoeg te zijn om geslachtsgemeenschap nog als iets meer te zien dan het vanzelfsprekende, onbelangrijke, prozaïsche spanning ontladende gezelschapsspel dat de moderne literatuur ons nogal eens suggereert. Daarnaast is het evenzeer waar, dat de tolerantie ten opzichte van geslachtsverkeer tussen in liefde gebonden mensen, die voornemens zijn als en zodra dat kan te trouwen, steeds groter wordt. Het huwelijk blijft nog steeds norm voor geslachtsverkeer, zij het minder absoluut dan voorheen en het huwelijk dan opgevat als liefdesrelatie. Geslachtsverkeer hoort bij het huwelijk, zou men kunnen zeggen in plaats van het vroegere geslachtsverkeer hoort alleen maar binnen het huwelijk. Er is dus nog wel degelijk van een sexuele code, een norm sprake. Er is slechts een bres geslagen in de absoluutheid van de vroegere taboes, die het voorechtelijk geslachtsverkeer verhinderden. Liefde, verliefdheid, romantiek - wat daar ook onder verstaan moge worden - is voor velen aanleiding een definitieve vorm van sexualiteit ook al vóór het huwelijk met grote toegeeflijkheid te beschouwen. Sociologen (o.a. Kooy) menen dat een nieuwe, nog niet gecodificeerde moraal thans snel in betekenis toeneemt: gelijke rechten voor mannen en vrouwen | |
[pagina 46]
| |
zonder dubbele morele standaard, geen vrijblijvende promiscuïteit,Ga naar voetnoot* maar toegeeflijkheid voor geslachtsverkeer indien een diepe genegenheid bestaat. Terwijl vele ouders nog leven in de nadagen van een Victoriaanse geslachtsethiek en sexualiteit voor hen iets angstigs en onvrijs is en voor hun kinderen, naar zij menen, een bron van gevaren betekent, heeft zich binnen de jeugdige generaties zelf een tweetal vormen van geslachtelijke activiteit ontwikkeld, die zeker ook als reactie op voorbije opvattingen moeten begrepen worden. Wij bedoelen hier de ‘vrije liefde’, d.w.z. de niet-verplichtende, vrijblijvende en sterk van partner wisselende vormen van geslachtsverkeer, en het reeds eerder genoemde ‘petting’. De vrije liefde lijkt vooral bij jonge mensen, en naar men mag aannemen, steeds jonger wordende mensen, die zonder ervaring zijn en nog vrijwel onkundig van de mogelijke betekenis en gevolgen van sexuele omgang, in toenemende mate in zwang te komen. Deze typische onrijpe adolescentenpromiscuïteit vertoont in menig opzicht verwantschap met op latere leeftijd aangetroffen relatiestoornissen, die het tot stand komen van een normale huwelijksverhouding belemmeren. Het petting is eigenlijk een compromis-handeling van een moderne jeugd met veel vrijheid en vele materiële mogelijkheden, enerzijds en anderzijds een ouderwetse angst voor de gevolgen van het geslachtsverkeer - zij het in morele zin, zij het biologisch (zwangerschap). Het is zeker niet alleen een amerikaanse gewoonte, als het oudere meisje, b.v. ter compensatie van de uitgaven, die de jonge man voor de uitgaansavonden maakt vrijages toelaat, waarbij alles geoorloofd is behalve een coïtus. Het wederzijds elkaar tot orgasme brengen behoort tot dit spel en schept geen verplichtingen, noch ongewenste gevolgen. Vele onderzoekers hebben aangetoond, dat vooral meisjes tot dit soort sterk wisselende relatie komen vanuit sociale en niet zozeer vanuit persoonlijke, emotionele of sexuele | |
[pagina 47]
| |
impulsen. De emotionele schade, vooral voor het meisje, is hierbij soms niet gering. Voor haar is de sexuele overgave immers niet zo vrijblijvend. Daarenboven kan het ontijdig zulk een uitgesproken vorm geven aan de sexualiteit een bron voor disharmonische ontwikkelingen zijn. Hoewel er reeds een biologische rijpheid bestaat is er veelal van emotionele en relationele gevormdheid in dit kinderlijke stadium nog nauwelijks sprake. Petting is eigenlijk een vorm van wederzijdse zelfbevrediging en daardoor veelal van een geïsoleerde sexuele beleving, die niet bijdraagt tot de relatievorming, integendeel, die principieel het vrijblijvende karakter ten opzichte van elkaar benadrukt. Dit onrijpe compromis in de sexuele relatievorming tussen jonge mensen lijkt een obstakel voor de groei naar en inpassing van de sexualiteit ten dienste van een relatievorming, zoals die als huwelijksideaal voor onze tijd fungeert. Of meer nuchter gezegd, de stabiliteit van het komende huwelijk wordt door deze ontijdige sexuele relatievormen eerder kwaad dan goed gedaan. De oudere generatie vraagt zich naar aanleiding hiervan nogal eens af of deze ontwikkeling nu goed of slecht is. Het lijkt ons dat een discussie daarover onvruchtbaar is, temeer waar deze ontwikkeling nu eenmaal bestaat. Voor de mensen, die in het heden actief leven bestaat de opdracht te onderkennen wat de waarde of onwaarde ervan is en naar aanleiding daarvan welbewust te kiezen en vorm te geven aan het eigen geslachtsleven. Dan kan duidelijk worden, dat ook aan deze ontwikkeling voordelen verbonden kunnen zijn naast de gevaren, die wij reeds noemden. Zoals reeds werd opgemerkt weigeren vele jonge mensen om met de sexuele angsten en taboes van hun ouders geconfronteerd te worden. Zij willen wél samen op vakantie, elkaar wel ongechaperonneerd op de kamer kunnen bezoeken, liefst tot diep in de nacht, wel samen kamperen. Zij voeren daarvoor aan dat zij elkaar goed willen leren kennen, ook in sexueel opzicht. Uit deze instelling is de veel voorkomende ‘experimenteer-mentaliteit’ voortgekomen. ‘Onderzoekt alles en behoudt het goede’ wordt dan uitgelegd als: | |
[pagina 48]
| |
onderzoek iedereen en behoudt dé goede. Geslachtsverkeer is echter niet iets vrijblijvends en houdt een diepgaande emotionele geïnvolveerdheid in. Het is voor vele jonge mensen nog altijd een definitieve daad. Ondanks alle kennis en ervaring, die jonge mensen met de geboortenregelende methodieken kunnen hebben, blijft het gedwongen en daardoor vaak te vroege huwelijk een belangrijk modern probleem. Gesteld voor de vraag naar het waarom van die vroege en gedwongen huwelijken is het, zo hopen wij, na het voorafgaande wat al te gemakkelijk het antwoord te zoeken in de grotere sexuele losbandigheid, normloosheid, onverantwoordelijkheid of misbruik van de vrijheid, die de moderne jeugd zich zou aanmeten. Is die losbandigheid, normloosheid of amoraliteit werkelijk groter dan voorheen? Het komt ons voor, dat dit slechts schijnbaar is, omdat de dubbele moraal, die vroeger de schone schijn ophield, thans bezig is te verdwijnen en men eerlijker voor de dag komt, ook wat het sexuele gedrag betreft. Het toenemende aantal jonge en gedwongen huwelijken blijkt vooral samen te hangen met de opvatting (die vaak een misvatting is) dat ‘liefde’ - en dan opgevat in haar nog zeer onvolgroeide staat van romantische liefde of verliefdheid - een grote vrijmoedigheid in sexueel opzicht toelaat, ja noodzakelijk maakt en dat deze spoedig moet voeren tot intiem gedrag en definitieve vormen van sexuele relatie. Dat hier vroege en gedwongen huwelijken uit voort kunnen komen is duidelijk. Dat deze huwelijken nog al eens op een mislukking uitlopen hangt samen met de onrijpe fase, waarin zij tot stand komen. Het sterk wisselende voorechtelijke geslachtsverkeer voert enerzijds tot deze vroegtijdige huwelijken, in de onjuiste verwachting, dat een goede sexuele verhouding een der beste waarborgen voor een goed huwelijk zou zijn, anderzijds stijgt hierdoor het aantal ontijdige zwangerschappen met hun drievoudige gevolg: gedwongen huwelijk, illegale abortus of ongehuwd moederschap. Verliefdheid bezegeld door een bevredigende sexualiteit is ook in een vroeg stadium een zodanig ingrijpende ervaring, dat men | |
[pagina 49]
| |
het deze jongelui moeilijk kwalijk kan nemen, als zij met een goed geweten hierin de hechte basis voor een goede huwelijksrelatie menen te ervaren. Hoe zouden zij ook een andere en op een beterr inzicht gebaseerde visie op huwelijk en liefde, die heel wat meer is dan hun romantiek en verliefdheid, kunnen hebben, als zij daar niet of nauwelijks op voorbereid worden, daar niet toe gevormd zijn en vooral, deze niet voorgeleefd krijgen in de oudere generaties? | |
Sexuele vormingMoet, gezien de in dit hoofdstuk gesignaleerde ontwikkeling in de huidige sexuele gewoontevorming van jonge mensen, nu dit alles ook maar aan henzelf ter beoordeling of ter experimentering worden overgelaten? Moeten wij, ouderen, niets doen en dit alles maar door laten gaan, tolerantie ervoor opbrengen of maar optimistisch vertrouwen, dat het wel in orde zal komen? Er lijkt ons maar een weg, een positieve weg om de relatie der seksen in moderne stijl tot een aanvaardbare werkelijkheid voor velen te maken. Wij bedoelen hier opvoeding, voorlichting en vorming, het aankweken van een bewuste instelling derhalve. Daaraan ontbreekt thans nog vrijwel alles. Dit is al vaak betoogd, maar desondanks komt deze vorming tot huwelijk slechts heel langzaam op gang. Gewoonlijk stelt men hiervoor de ouders in gebreke. Dat lijkt echter maar ten dele juist en ten dele ook onrechtvaardig. Ouders kunnen vaak helaas niet anders. Zelfs ‘moderne’ ouders zijn inzake het sexuele leven van hun kinderen uitermate terughoudend. Men ontmoet maar zelden jongelui, die hun sexuele problemen open met hun ouders hebben kunnen bespreken, zelfs in die goede ouder-kind relaties, waar de meest grote openheid aanwezig is. Dit hangt samen met het verschil in leefklimaat tussen ouders en kinderen, maar ook met de andere plaats, die beide generaties op de sexuele ontwikkelingsladder innemen. De ouders zijn de top in | |
[pagina 50]
| |
hun ontwikkeling meestal reeds gepasseerd en hun sexuele verlangens treden minder op de voorgrond. Zij hebben geleerd de betekenis van de sexualiteit te relativeren en hebben een bepaalde ‘filosophy’ over de sexualiteit ontwikkeld. De jonge generatie zit echter met een zich krachtig aanmeldende sexualiteit, met verlangens en grote verwachtingen ten aanzien van dit voor hen nog nieuwe levensgebied. Daarenboven zijn ouders ‘van nature’ conservatief en behoudend. Zij voelen een grote (vaak veel te grote) verantwoordelijkheid voor hun kinderen en dat drijft hen vanzelf tot het vasthouden aan bepaalde beproefde waarden, die - zoals dat heet - de tand des tijds hebben doorstaan en hun betekenis bewezen hebben. De jonge mens kent echter dit gewicht van de verantwoordelijkheid nog niet zo sterk en is meer bereid tot het zelf exploreren en vinden van eigen normen en waarden. Men mag dan ook niet verwachten dat er inzake omgang der seksen, ‘petting’ of voorechtelijk geslachtsverkeer veel contact is tussen ouders en oudere kinderen. Anderzijds valt het niet te ontkennen, dat ouders vaak ook in gebreke blijven, als dit niet nodig is. In het volgen, begeleiden en vormen van het sexuele leven van hun opgroeiende kinderen schieten zij vaak tekort. Daar zijn veel oorzaken voor aan te geven, zoals tijdgebrek, gebrek aan goed geïnformeerd-zijn, bv. omtrent de lectuur van hun kinderen, gebrek aan gevoel voor de veranderingen van ons tijdsgewricht, het niet aan-kunnen van de moderne dynamiek, een niet bij de tijd zijn of willen zijn, een onvermogen om de eigen vaak moeizaam verworven zekerheden wat betrekkelijker te zien. Ouderlijk conservatisme wordt zo vaak tot een absolutisme: ‘Zo is het en niet anders’. Dit verhindert een werkelijk contact met de oudere kinderen. Er is dan geen openheid meer en men is niet bereid zijn kinderen ernstig te nemen. De principes worden dan goed- of kwaadschiks op grond van gezagsargumenten ingeprent. Vele ouders hebben in de loop der jaren het vermogen tot een gesprek met hun kinderen laten verdwijnen. Zij zijn niet in staat antwoord te geven op het waarom van hun eisen en | |
[pagina 51]
| |
hun principes, noch de nadruk duidelijk te maken, waarmee deze verkondigd worden. Zij missen vaak ook de kunst van het luisteren en hebben een fundamenteel gebrek aan vertrouwen in wat de jeugd als eigen, prille ervaring naar voren brengt. Het is dan ook soms bedroevend om te zien hoe ouderen de jeugd aan hun lot overlaten, ondanks de vele contactmogelijkheden, die ook in het moderne gezin nog wel degelijk aanwezig zijn en die de ouders gedeeltelijk nog zelf in de hand hebben. Bij enige bereidheid zijn gesprekken en een vormende dialoog mogelijk naar aanleiding van het televisiekijken, van gezamenlijke film- of theaterbezoeken, lectuur of contacten in huis met vrienden en vriendinnen. Heel vaak is de enige reactie van ouders, die in seksueel opzicht passief zijn en maar afwachten, als jonge mensen blijk geven sexueel volwassen te worden: een kritisch moraliserend of waarschuwend negatief geluid. Zo kan men zich afvragen in hoeveel gezinnen men nu werkelijk een positieve en eerlijke, oprechte inleiding in de waarden van de volwassen relatie der seksen aantreft. Welk beeld krijgen kinderen, die meestal scherp zien, van het huwelijksleven, dat in hun eigen gezin wordt voorgeleefd? Hoe vaak kan men horen van deze jonge mensen, ‘Dat willen wij nooit, het is geen slecht huwelijk, maar het is zo dodelijk vervelend’.
De vorming van het volwassen geslachtsleven zal voor een deel dan ook door anderen moeten worden overgenomen. In toenemende mate ziet men school, jeugdbeweging, levensscholen zich op dit terrein begeven.Ga naar voetnoot1 Men zou alleen wensen dat dit op veel grotere schaal, meer doordacht en ook meer consequent zou gebeuren. De dubbele houding van een vaak zwevende, positieve en een angst inboezemende, negatieve beïnvloeding ten aanzien van de sexualiteit blijkt in vele vormen van voorlichting en vorming nog aanwezig. | |
[pagina 52]
| |
Zoals, wanneer we onze meisjes waarschuwen voor de jongens en hun gevaarlijke sexualiteit, als we hen de ellende en schande van het ongehuwde moederschap inpraten, en hen tegelijkertijd door films, lectuur en wat al niet de waardering voor en de overspannen verwachting van het erotisch sexuele aspect der romantische liefde telkens weer bijbrengen. Het is niet de opzet van dit hoofdstuk de mogelijkheden en methodes van jongeren vorming nader te beschouwen. Wij hopen, dat onze overwegingen over de sexuele activiteiten van jonge mensen de noodzaak voor een gezamenlijke inspanning van diverse verantwoording dragende instanties, zoals pastorale en geestelijke gezondheidszorg, sociaal-pedagogische en andere opvoedkundige activiteiten met name van de ouders zelf duidelijk heeft aangetoond. Er is zonder twijfel reden om bezorgd te zijn voor de nieuwe sexuele omgangsvormen vóór en buiten het huwelijk. Er is overigens ook veel reden tot oprechte vreugde. Deze bezorgdheid geldt niet zozeer het toenemen van de onzedelijkheid of een schadelijk normverlies, als wel het toenemen van ontijdige huwelijken, die uiteindelijk een uitholling van het huwelijk als duurzame man-vrouw relatie betekenen. En dat juist in een tijd, dat het liefdeshuwelijk een onvervangbare waarde heeft voor het leven van de vereenzaamde, naar blijvende en diepgaande affecties hunkerende mens. Een bezinning op de voorechtelijke omgangsvormen brengt ons onontkoombaar bij de waarden, die wij aan het moderne huwelijk willen toekennen. Wat derhalve in de vorming bovenal nodig lijkt, is een duidelijke visie op het huwelijk, die jonge mensen vermag te inspireren en tot norm kan dienen. In de volgende hoofdstukken wordt gepoogd een dergelijke visie nader te ontwikkelen. |
|