Gehuwd en ongehuwd
(1967)–C.J.B.J. Trimbos– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
Aan johanna richarda maria, | |
[pagina 6]
| |
God heeft eens van de man
een ribbe weggenomen.
En daar is voor den man
een vrouwe van gekomen.
Ziet, hieruit rijst de min
en al haar zoet bedrijf.
Het lijf wil naar het deel,
het deel wil naar het lijf.
Jacob Cats
| |
[pagina 7]
| |
Voorwoord bij de elfde drukDit boek werd zeven jaar geleden geschreven naar aanleiding van een reeks radio voordrachten die veel belangstelling trokken. In deze zeven jaar is op gebied van ‘gehuwd en ongehuwd’ zeer veel ingrijpend veranderd. Zo veel zelfs dat dit boek langzamerhand wat uit de tijd aan het geraken was. Schrijver en uitgever zouden dan ook deze herdruk niet overwogen hebben als niet nog steeds belangstelling, zelfs grote belangstelling voor dit inmiddels enige jaren uitverkochte boek bleef bestaan. De inmiddels opgetreden veranderingen inzake huwelijk en sexualiteit maakten een ongewijzigde herdruk echter ongewenst. De enige mogelijkheid leek om ingrijpende wijzigingen en aanvullingen in de tekst aan te brengen. Deze herdruk is dan ook in feite een grondige omwerking van de oorspronkelijk tekst geworden. Het onderwerp huwelijk en sexualiteit is in de laatste jaren veel minder taboe beladen en geheimzinnig als toen dit boek voor het eerst verscheen. Inmiddels hebben radio, televisie, pers, speciale tijdschriften (bv. Verstandig Ouderschap, Gezond Gezin, Symbiose, Wij in huwelijk en gezin, Dialoog etc.) deze onderwerpen telkens weer aan de orde gesteld. Dat is uitermate verheugend omdat hierdoor langzaam maar zeker bijdragen geleverd worden tot een gezonder geslachtsleven, dat van zo'n grote invloed is op onze geestelijke volksgezondheid. Er zullen wel ijverige lieden zijn die deze geheel gewijzigde, nieuwe druk zullen gaan vergelijken met vorige drukken. Om het hen gemakkelijker te maken zij hier reeds vermeld dat deze druk een | |
[pagina 8]
| |
extra hoofdstuk (hfdst. 2) bevat over voorechtelijk geslachtsverkeer - een onderwerp dat thans actueel is - en dat het hoofdstuk over geboortenregeling ook vrijwel geheel nieuw is. Ook de parafen over zelfbevrediging, abortus en kunstmatige bevruchting zijn ingrijpend veranderd. Deze wijzigingen hangen niet alleen samen met de sterke ontwikkeling die mijn eigen opvattingen in de laatste jaren ondergaan hebben, maar nog meer met de snel gewijzigde normen en waarden dienaangaande in grote delen van onze westerse wereld. Zo is deze herdruk - overigens ongewild - een bewijs geworden van het sterke evolutieve karakter van onze huidige samenleving. In deze herdruk is zo veel mogelijk rekening gehouden met de ontelbare brieven en reacties, die mij vooral naar aanleiding van dit boek de laatste jaren bereikt hebben. Deze contacten hebben mij bevestigd in de opvatting dat voorlichting en informatie over huwelijk en sexualiteit nog steeds (en waarschijnlijk nog vele jaren) van uitermate groot belang zijn in onze overgangstijd. Nu wij - gelukkig - in een tijdperk leven, waarin het voor ieder mens nodig is zijn leven veel meer dan voorheen uit te zetten op de koers van een persoonlijk kompas, n.l. zijn eigen, volwassen geweten, is bezinning op huwelijk, gezin en sexualiteit voor ieder mens van belang. Deze herdruk beoogt alleen maar een hulpmiddel te zijn bij deze bezinning en daardoor een kleine bijdrage te leveren tot een gezond geslachtsleven van gehuwden en ongehuwden. | |
Uit het voorwoord bij de eerste drukHet hoofdthema uit de hiervolgende hoofdstukken is wel, dat onze sexualiteit pas menselijk wordt, als zij een aspect gaat vormen van onze medemenselijkheid. Geen originele gedachte overigens in een tijd, waarin het denken over de mens zich juist afspeelt in de verhouding: mens en wereld, mens en medemens, Ik en Gij; waarin de eenzaamheid als typisch tijdeigen verschijnsel telkens weer opduikt. Liefde en huwelijk zijn wel bij uitstek geschikt om dit grond- | |
[pagina 9]
| |
aspect van het menszijn, de medemenselijkheid, toe te lichten. Dat is dan ook in dit boek overvloedig gebeurd. In dit boek komen vrijwel geen verwijzingen voor. Dat komt, omdat het oorspronkelijk geschreven is als radiotekst en niet omdat ik niet veelvuldig gebruik gemaakt heb van allerlei auteurs, wier gedachten over huwelijk en geslachtsleven ik in de loop der jaren gelezen heb. Een groot deel van dergelijke gedachten worden meestal geassimileerd zonder dat op den duur nog te achterhalen is van wie ze oorspronkelijk stammen.
Praten en denken over het geslachtsleven heeft veel te lang in het teken gestaan van de moraal: van wat mag, nog nèt mag, net niet meer mag of helemaal verboden is. Geslachtsleven en zonde zijn begrippen, die voor velen ook nu nog zeer dicht bij elkaar liggen. Ik vind dit echter zo'n uiterst smalle basis voor het menselijke geslachtsleven en ik heb de onheilen van die benauwde sexopvattingen in zulk een overmaat gezien, dat in dit boek het woord zonde zoveel mogelijk vermeden werd. Niet omdat er niet gezondigd zou worden op dit terrein, maar wel omdat zo'n grandioos stuk schepping als het menselijk geslachtsleven grof onrecht wordt aangedaan door het alleen als mogelijkheid tot zondigen voor te stellen. Zo gezien is dit boek ook zeker tijdsgebonden en is het mede een uiting van het thans steeds sterker wordende verzet tegen het vroegere wantrouwen van de christelijke leiders tegen de sexualiteit. Een houding, die, zoals wij dat thans menen te zien, erg benauwd en zeker ook erg onchristelijk was.
c.t. |
|