De gouden oogst(1944)–Fernand Toussaint van Boelaere– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 114] [p. 114] [Lach niet, want mij is het ernst] Lach niet, want mij is het ernst, ernst en zorg in hart en nieren. Ik kan het leven niet langer vieren indien gij mij van binnen kwetst. De wonde moog gesloten zijn en voor elk oog verborgen, mij zou ze verschroeien, en morgen al verteeren van onbeleden pijn. Want mij is 't leven geen sikkepit waard, geen stonde wensch ik langer te leven als 'k in mijn hart niets dan moet beven en angst me bevangt lijk vocht uit een put. Lach niet, lach dan niet; en ga niet weg, alsof de oorzaak van die schroeiende wonde kleinheid was van geest en ongezonde ijverzucht - een hond die jankt op den weg. Want 't ligt zoo grondloos diep in mij, dat geen kracht het boven kan halen, boven in het licht der bevruchtende stralen, waarin de duisterste kern tot bloem en vrucht gedijt. [pagina 115] [p. 115] Laat mij dan in ondubbelzin'gen nood van uw bereide zuiverheid mogen genieten, naar den zin van mijn ingebeelden droom. Lach dus niet en blijf: want lachen is de roepstem van den dood. Car c' est un besoin de ma chair se confondant avec le besoin de mon âme que tu sois celle que j'ai conçue dans l'éclair de ton amour. Vorige Volgende