De gouden oogst(1944)–Fernand Toussaint van Boelaere– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] Herfst... De wind ligt wonder stil. Paarl-grijs is de lucht, waartegen, op een hil, de kruinen, goud-verlucht, van herfste-beuken gloorn: De hemel kent geen toorn. De zon, vaal-roode sfeer, verbloedt, in lichten mist, ('t is steeds of zij alweêr wat van haar gloed vermist) tot géél, in 't grijs verloorn: Ook de aarde kent geen toorn. Geen toorn, maar eenzaamheid, die elke vreugd en pijn tot stil berusten leidt: te zijn én niet te zijn: een gouden beuk, roô zon, bij paarl-grijs horizon. Vorige Volgende