Proeve van minnezangen en idyllen. Deel 2
(1802)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij
[pagina 64]
| |
[pagina 65]
| |
De minnaars doen zich eerst bekoren,
En vlieden ons daarna:
‘Dit heeft Melinde my doen hooren.’
Dus sprak thans Melida.
‘Ik moest dus ook, met reden, schroomen
Dees smart waar' my bereid;
'k Dacht dus uwe ontrouw vóór te komen
Door myne trouwloosheid.’
|
|