Proeve van minnezangen en idyllen. Deel 2
(1802)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij
[pagina 12]
| |
[pagina 13]
| |
Toen zag ik, onverschillig,
't Geen thans my treffen kan:
Natuur streelt thans myn harte...
Wat is hier de oorzaak van?’
‘Het is, omdat van 't leven
't Genieten niet begint
Vóórdat men, dierbre Kleïs!
Zich minnen ziet en mint.’
|
|