Gezamenlijke dichtwerken. Deel 7-9(1856)–Hendrik Tollens– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 173] [p. 173] De verjaardag van den prins van Oranje. Volksgezang. De dag brak aan: het feest is daar! Nu juicht en klinkt weer stem en snaar, En vreugdevlag en wimpel zwieren. 't Is hoogtijd weer in stad en veld: Het loflied stijgt voor Neerlands held, Wiens dierbaar feest wij vieren. Wat vader zingt en juicht niet meê? Wat moeder brengt geen hartebeê Bij 't schaatren van de jubeltoonen? 't Geldt aller hoogmoed, aller hoop! Den kloeksten krijgsman van Euroop', Den veldheer van hun zonen. [pagina 174] [p. 174] Bij 't wappren van zijn legervaan, Bood hem de beurs haar burgers aan, Zoo trouw als stulp en adel deden; De krijgsroep steeg, de horen klonk: Daar lag de pen! het wapen blonk In de Akademiesteden. Zijn feest is daar! Geen stand of rang Onthoudt een toon aan 't volksgezang: Het ruischt door zalen en langs straten. De veldheer leev'! zoo klinkt het lied: De veldheer - van een leger niet - Maar van een volk soldaten. Benijd moeras, te lang gesmaad! Waar is een rots, die vaster staat, In meer geteisterd land gelegen? Geduchte plek van slib en wier! De wijsheid zwaait den scepter hier, De dapperheid den degen. [pagina 175] [p. 175] Naijvrig gluren staat en rijk Naar 't juublen van ons vlottend slijk, Hoe zwaar beladen - niet gezonken! Ja, gluurt en luistert, Noord en Zuid! Een feestklok, als voor Neerland luidt, Heeft voor geen volk geklonken. Wij stellen, eens van ziel en zin, Den lofzang op dit jaarfeest in, Wij allen, van wat rang of namen; Wij strenglen om des konings troon En om de veldtent van zijn zoon Ons aller armen zamen. De golfslag beuk' en scheur' ons strand, De nabuur wrokk' op Nederland, De wereld dreig' met al haar krachten: Ons, ons - ten zij ons God verliet - Vervaren storm en springvloed niet, En doen 't geen legermagten. [pagina 176] [p. 176] De dag brak aan: gejuich, geschal Vaart luidkeels op uit veld en wal En legerkamp en scheepskampanje; 't Is alles één: het lied en 't hart! De kleuren zijn door een geward Van Neerland en Oranje. De lofzang dreunt: het feest kwam weer! De veldheer leev'! hij leve in eer'! Zijn stamhuis bloei! zijn vijand beve! Gij, God, die weer ons juichen liet! Onthou aan 't feest uw zegen niet: De veldheer leev'! hij leve! 6 December, 1833. Vorige