Hoe Anansi, de spin, zes bananen at
1Er heerste hongersnood in het land waar Anansi woonde. Met veel moeite zorgde
2Anansi er dagelijks voor, dat er bij zijn gezin eten op tafel kwam. En wat een
3gezin had hij! Twaalf kinderen. Ma Akuba wist zich als de dag begon geen raad
4met de kinderen. Elke dag werd het moeilijker om het gezin te voeden. Anansi en
5Ma Akuba hadden zelfs besloten een hele week niet te eten. En daar hadden ze zich
6allebei aan gehouden.
7Toen die ene week om was, kon Anansi het niet meer volhouden en hij zocht een
8manier om toch wat te eten. Ook die dag kwam hij weer met slechts twaalf bananen
9thuis. Hij had een ontzettende honger. Zijn maag knorde aan een stuk door. Met
10smekende ogen keek hij Ma Akuba aan, die in de keuken bezig was, maar niets kon
11haar vermurwen. De twaalf bananen waren voor de twaalf kinderen.
12Toen stelde één van de kinderen voor, dat zijn banaan die dag zou worden
13opgegeten door Anansi. Toen hij dat voorgesteld had en Anansi tot verbazing van
14Ma Akuba weigerde dit aanbod te aanvaarden, wilden alle twaalf kinderen voor die
15dag hun banaan aan Anansi afstaan. Maar Anansi was niet over te halen. Hij wilde
16niet en daar bleef hij bij. ‘Hoe kan ik één van jullie, ook al is het maar voor een dag,
17honger laten lijden! Nee, dat kan ik niet doen.’
18Toen de bananen gekookt en opgediend waren en Anansi zoals gebruikelijk was
19voorgegaan in het gebed: ‘Here zegen deze spijs en drank, Amen’, en de kinderen
20allemaal hun ‘dankje mama, dankje papa’ hadden gezegd, vroeg Anansi even de
21aandacht. ‘Kinderen,’ zei hij en zong: ‘Wie houdt er van mij?’ Alle kinderen riepen
22in koor: ‘Ik papa!, ik papa!’ ‘Wel,’ ging Anansi verder, ‘iedereen, die van mij houdt,
23moet mij dan een halve banaan geven.’ ‘Ja, papa, ja, papa.’ En ze gaven alle twaalf
24de helft van hun banaan aan Anansi.
25Zo kreeg Anansi twaalf maal een halve banaan, dat is zes hele bananen. En hij at ze
26allemaal op. En zo had Anansi voor een hele week weer genoeg gegeten.